Dat heeft de Vereniging Nederlandse Poppodia en -Festivals (VNPF) donderdag gezegd.

Het beeld bestaat dat cultuur alleen voor de culturele elite is. Volgens directeur Berend Schans klopt dit niet.

''Popmuziek wordt bezocht door alle lagen van de bevolking en hoofdzakelijk door jongeren die nog in opleiding zitten of net begonnen zijn aan een loopbaan. Zeker geen kapitaalkrachtig deel van de bevolking.''

Volgens de VNPF verdienen poppodia al jarenlang ruim driekwart van hun eigen omzet. Bij festivals ligt dat percentage waarschijnlijk nog hoger. De artiesten die op de poppodia staan, worden helemaal niet gesubsidieerd, aldus de VNPF.

''Er wordt door dit kabinet afgerekend met de traditionele, over het algemeen zwaar gesubsidieerde, podiumkunsten en de popsector wordt in de slipstream meegetrokken'', aldus Schans.

Bijna 60 procent van de poppodia leed vorig jaar verlies. De afgelopen drie jaar stegen de organisatiekosten van een popconcert met ruim 30 procent. Deze stijging is doorberekend in het toegangskaartje, waardoor de gemiddelde prijs voor een entreebewijs per popconcert met 35 procent toenam.

Daarnaast daalde het gemiddelde bezoek per concert met ruim 3 procent, waardoor de kosten veelal niet werden terugverdiend en veel poppodia in de rode cijfers belandden.

Een btw-verhoging betekent ''dat een kaartje minimaal 13 procent duurder wordt waardoor het publiek wegblijft en de omzet vermindert', aldus Schans. Dit kan volgens hem leiden tot beperkter aanbod, ontslag van medewerkers of zelfs faillissement van poppodia.

Onlangs luidden de concertorganisatoren ook al de noodklok over de btw-verhoging. De Vereniging van EvenementenMakers (VVEM) riep staatssecretaris van cultuur, Halbe Zijlstra (VVD), op om de btw-verhoging te heroverwegen.

Onder VVEM vallen onder meer Mojo Concerts, Gelredome en Amsterdam Arena. Volgens de organisatoren zou de verhoging van de btw wel eens de genadeklap kunnen zijn voor de evenementenindustrie.