
'Herhaling journalistieke fouten Pim Fortuyn-periode dreigt'
Dat stelt oud-hoofdredacteur van de NOS Hans Laroes in een interview met NU.nl over zijn boek De littekens van de dag, dat zaterdag verschijnt. Daarin kijkt hij terug op zijn journalistieke carrière, met name bij de NOS.
Hij werkte er 23 jaar, waarvan de laatste negen jaar als hoofdredacteur. In 2005 leidde hij de overgang naar de crossmediale organisatie NOS Nieuws. In 2011 stapte Laroes op om ruimte te laten aan een nieuwe hoofdredacteur met 'nieuwe ideeën, visie en stijl'.
De Angelsaksische traditie waarin (oud-)journalisten en anderen als politici hun ervaringen en visie delen, mag van Laroes ook in Nederland meer navolging krijgen. "Ik was hoofdredacteur van de NOS in een periode van grote veranderingen, die bovendien gedaan zijn met belastinggeld van iedereen, dat vind ik een extra argument om verantwoording af te leggen."
U stelt dat de journalistiek fouten heeft gemaakt in de periode rond de moord op Pim Fortuyn. Is daar van geleerd?
"Er zijn natuurlijk destijds ook journalisten geweest die niet veel te verwijten valt, maar in zijn algemeenheid is mijn beeld dat de journalistiek verhalen heeft laten liggen. Ik denk dat 'de journalistiek' nu meer zijn best doet om dat soort verhalen te vinden."
U schrijft dat PVV-leider Geert Wilders van zichzelf 'een exclusief artikel' heeft gemaakt. Wat bedoelt u daarmee?
"Er waren journalisten en kranten die nog geen komma van hem wilden missen. Dat hij als gedoger aandacht kreeg, kon ik me voorstellen. Maar veel journalisten waren zó bang dat ze nog een keer iets Fortuyn-achtigs zouden missen, dat Wilders een soort rode loper kreeg. In plaats van dat iemand eens 'ja maar' zei."
Een ander voorbeeld van nieuwshypes waar journalisten massaal opduiken, zijn de 'Facebookrellen' in Haren. Hoe komt het dat zoiets zo snel nieuws wordt?
"Ik vind dat journalisten na afloop te defensief waren. Dat je er iets mee doet is logisch. Maar in de min of meer opgefokte samenleving die Nederland nu is, met mobieltjes en het permanente rondpompen van nieuws, gaat het wel degelijk een rol spelen als je ieder uur zegt: er is hier nog niks aan de hand."
"Ik ben erg voor het principe 'publish and be damned', maar ook voor het nadenken over het effect van je berichtgeving."
Is wat ten tijde van Fortuyn gebeurde - u schrijft dat de NOS niet meer 'van de mensen' was maar 'van de elites' - nu niet meer mogelijk?
"Dat is denk ik nog altijd mogelijk. Er is nog altijd een grote groep mensen die denkt dat kranten en het journaal allemaal bij het establishment horen. Er zit nog steeds een verzet tegen dat soort dingen in de samenleving. Dat zag je bij de PVV ook; het werkt altijd om de media aan te vallen."
De 'linkse' media.
"Media zijn inderdaad bijna allemaal links in die beeldvorming. Dat is nog niet voorbij. Ik denk wel dat het vertrouwen nu relatief gezien groter is dan tien jaar geleden. Het (de fouten die de journalistiek rond Pim Fortuyn maakte, red.) zal zich nooit op dezelfde manier herhalen, maar daarmee zijn de risico's nog niet weg."
"Wat ik eigenlijk nog een groter risico vind, is het verlies van relevantie. Dat journalistiek op bepaalde plekken verdwijnt, zoals de regionale kranten. Als je kijkt hoeveel kranten en lezers de afgelopen twintig, dertig jaar zijn verdwenen, daar maak ik me zorgen over."
Hoe gaat de journalistiek om met digitalisering?
"Journalistieke organisaties die niet een digitale mindset hebben, die gaan eraan."
Zijn die er nog dan?
"Ehm, nou. Ik vind dat er nog door heel veel journalistieke organisaties geredeneerd wordt vanuit het idee: 's morgens lezen mensen de krant en dat is het. Het is raar als je website eruit ziet als een krantenpagina."
U bedoelt dat kranten hun sites meer moeten integreren?
"Het belangrijkste is niet per se de krant of de website die je maakt. Dat klinkt misschien raar, maar het belangrijkste vind ik de manier waarop je als journalist denkt. Als je alleen maar een krant maakt, ga je ook alleen maar meer in termen van papier denken. Dat is niet meer het antwoord."
"Ik wil niet zeggen dat je voortduren alles tegelijk moet doen, maar je moet in je denken kunnen oversteken van het ene medium naar het andere en alles wat daartussen zit."
Enkele krantenmakers zijn een discussie begonnen over de sites van de publieke omroep. Die zouden er volgens sommigen niet moeten zijn.
"Dat is een kulargument. Tenzij je vindt dat er geen publieke omroep zou moeten zijn. Maar als je er publieke media op nahoudt, moet je redeneren vanuit wat je publiek wilt. Dat wil de NOS, bijvoorbeeld, overal kunnen vinden. Dus digitaal, analoog, op televisie, op je mobieltje."
"Een krantenwebsite wordt er niet beter van als de NOS wordt verboden. Onder voorwaarden zou ik me wel kunnen voorstellen dat er geen reclame meer komt op de sites van de omroep. Al hebben de kranten daar niks aan, want dan gaat al het geld naar RTL en SBS."
"Maar het idee dat we jou maar moeten verbieden als jij succes hebt en ik niet, is heel kortzichtig. Dat noem ik het jaloeziemodel. Of krantenfundamentalisme."