Het is de zesde keer dat er een levenslange celstraf wordt geëist in het Marengo-proces. Zo moeten ook Taghi zelf en Saïds broer Mohamed R. vrezen dat ze de rest van hun leven de gevangenis in moeten.

De vijftigjarige Saïd R. hoorde in de rechtbank van Amsterdam aan hoe hij een rol zou hebben gespeeld bij drie moorden, pogingen daartoe en voorbereidingen daarop. De dodelijke slachtoffers waren Ranko Scekic, de bij vergissing doodgeschoten Hakim Changachi en Martin Kok.

"Duidelijk is geworden hoe weinig een mensenleven voorstelt", zei de officier, die verwees naar berichten waarin over doelwitten wordt gesproken als "honden" en "hoerenzonen". De motieven voor de moorden en de moordplannen kwamen voort uit wraak.

Volgens de officier was het 'motto' van de verdachten in het Marengo-proces "wie praat, die gaat". De slachtoffers spraken met de politie of met criminele tegenstanders van Taghi, of de verdachten waren bang dat dit zou gebeuren.

R. was volgens het OM onderdeel van de "verwoestende kracht" van de machtsstructuur van de criminele organisatie: met Taghi als de leider en naast hem Saïd R. en Mao R., die ook levenslang hoorde eisen.

Het OM sprak van een "gewetenloze organisatie" die vond dat ze kon beslissen over leven en dood. Saïd R. heeft altijd gezwegen over deze verdenkingen. En hoewel hij dat recht heeft, vindt het OM dat hij zwaarder gestraft kan worden omdat hij geen verantwoording heeft afgelegd.

Nadat de strafeis was uitgesproken, liep R. weg en zei hij: "Belachelijk allemaal weer." Zijn advocaten komen in mei aan het woord.