
NU+ Levenloze bermen en extra stikstof door boeren die land inpikken
Geen mest en landbouwgif meer in de laatste paar meter tussen akker en sloot. Met die vanaf 1 maart verplichte bufferstrook moet de Nederlandse waterkwaliteit herstellen.
Boeren zijn er niet blij mee, want elke meter land is omzet. Daarom bestaat ook het omgekeerde probleem: boeren die voorbij hun kavelgrens juist een paar meter meer maaien, bemesten, spuiten of ploegen.
Landjepik wordt het genoemd. "Je ziet het heel vaak", zegt bermonderzoeker Benno te Linde tegen NU.nl. "Vooral in drogere gebieden, waar geen slootje ligt tussen de akker of het weiland en de weg."
Tientallen hectares gemeenschapsgrond kwijt
Hoe groot is het probleem? Gemeenten, provincies en waterschappen zijn verplicht hun grond te beschermen. Maar omdat ze weinig handhaven, ontbreken ook harde cijfers.
Toch kan het vooral op de zandgronden flink oplopen, zegt Raymond Meussen van de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap (VNC). "Het gaat daar al gauw om tientallen hectares per gemeente, die sluipenderwijs bij aanpalende landbouwpercelen zijn getrokken. Soms zijn metersbrede bermen verdwenen."
Gemeenten durven de confrontatie vaak niet aan, denkt Meussen. "Even een metertje berm mee spuiten. Geen haan die ernaar kraait." Hij ziet het als een handhavingsprobleem van de overheid. "Die is wettelijk verplicht haar eigendom te beschermen. Het is pure laksheid."
En waar gemeenten wel bermen terugvorderen, leidt dat vervolgens vaak tot conflicten. "Brutale boeren trekken de palen er soms zo weer uit. Het vergt behoorlijk wat onverzettelijkheid van het ambtelijk apparaat."

Niet controleren van kadaster leidt tot mestfraude
Dan is er nog een andere vorm van landjepik: gesjoemel in de berekening van oppervlakten voor de mestboekhouding. Dat vertelt een gemeentemedewerker op voorwaarde van anonimiteit.
"Het bevoegd gezag kijkt vaak naar de topografische grenzen in plaats van de kadastergrenzen. Dat maakt het erg fraudegevoelig: je kunt gewoon grond die niet van jou is intekenen zonder dat de eigenaar het weet. Dat speelt met gronden van gemeenten, waterschappen en ProRail tot speeltuinen aan toe."
De Tweede Kamer werd in 2017 ingelicht over het tekortschieten van kadastercontroles, in een rapport over mestfraude. Dat rapport stond onder leiding van de in 2019 overleden VVD-politicus en voormalig boer Piet Blauw.
De betrokken gemeente-ambtenaar schat dat in Nederland door de overberekening van landbouwpercelen op jaarbasis miljoenen kilo's extra stikstof en fosfaat in het milieu terechtkomen. "Het is illegale zwarte mest."
Het Openbaar Ministerie brengt elk jaar 150 tot 200 mestzaken voor de rechter, en noemde dat in 2019 tegen RTL Nieuws "dweilen met de kraan open". Afgelopen november diende een grote mestfraudezaak in Den Bosch, waarbij honderden boeren en transporteurs uit Oost-Brabant en Limburg betrokken zijn.
Aantal wilde planten in tien jaar gehalveerd
De gevolgen zijn vooral voor de natuur. Sinds grasland sterk bemest wordt en akkers bespoten, zijn akkerbloemen als korenbloem en klaproos en weidebloemen als beemdkroon en margriet grotendeels uit het boerenland verdwenen.
Het laatste toevluchtsoord voor de honderden wilde kruiden die in het boerenland voorkwamen zijn daarmee de overgebleven randen in het landschap, zoals wegbermen. Die zijn daardoor ook van groot belang voor bijvoorbeeld bijen en vlinders.
Die toevluchtsoorden staan sterk onder druk, zegt Te Linde. Lopend langs bermen is hij met een collega al ruim een jaar bezig met het herhalen van een planteninventarisatie in de Achterhoek uit 2011. "De resultaten zijn schrikbarend. De plantensoorten van voedselarme bodems zijn in slechts tien jaar tijd ruim gehalveerd."
Toch is herstel van wilde planten in bermen wel mogelijk, zegt Te Linde. Dan moeten gemeenten en provincies de regie terugkrijgen, maaisel afvoeren en zeker niet bemesten. De concentratie stikstof kan dan weer langzaam beginnen te dalen, een voorwaarde voor de terugkeer van bloeiende wilde kruiden.

Vanggewas, biodiversiteit en grensrechter: de heg
Maar er is langs akkerranden nog veel meer biodiversiteitsherstel mogelijk, zegt Kenneth Rijsdijk van het Instituut voor Biodiversiteit van de Universiteit van Amsterdam. Dan zouden heggen moeten terugkeren. Hij schreef er vorig jaar een boek over.
Nederland verloor in minder dan een eeuw honderdduizenden kilometers van deze oeroude afscheidingen van akkers en graslanden. De roep om herstel neemt toe. Heggen barsten van het leven, en over zeven jaar moet minstens 5 procent van het landschap weer bestaan uit 'groene dooradering'.
Mogelijk kunnen heggen ook een handje helpen bij het oplossen van de stikstofcrisis, zegt Rijsdijk. Vanwege hun diepe wortels zijn ze een ideaal vanggewas om stikstof op te nemen voordat het in sloten of grondwater komt.
"Zo kunnen heggen het wegstromen van nitraatrijk water voorkomen. Daarnaast wijst onderzoek uit dat heggen de wind breken, waardoor ammoniak uit mest sneller neerslaat."

Heg hoeft voor boeren geen verlies te zijn
Voor boeren hoeft de terugkeer van de heg als kavelgrens geen verlies te zijn, zei VNC-directeur Jaap Dirkmaat eerder tegen NU.nl. Nu worden boeren in pilotprojecten gecompenseerd voor de kosten. "In de toekomst zou daar een plus op moeten, zodat boeren aan heggen verdienen."
Het laatste voordeel is dat een heg steviger in de grond staat dan een rij paaltjes: misschien dus wel de ideale grensrechter in de strijd om de akkerrand. Als bij aanplant tenminste wel eerst netjes het kadaster wordt geraadpleegd.
Ga gratis verder
Log in of registreer gratis op NU.nl en krijg toegang tot extra artikelen
NUjij: Uitgelichte reacties