
Shell eist schadevergoeding van Greenpeace wegens bezetting boorplatform
De milieuactivisten uit Argentinië, Turkije, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten eisen dat Shell stopt met boringen naar olie en gas. Ook willen ze dat Shell betaalt voor de milieuschade die het gevolg is van de verbranding van fossiele brandstoffen. Greenpeace verwijst naar de recordwinst van 40 miljard dollar (37,3 miljard euro) die Shell vorig jaar boekte. Op basis van dat bedrag zou het Shell "minder dan twee seconden" kosten om de milieuschade te vergoeden.
Het drijvende productie- en opslagplatform voor olie, ook wel een FPSO genaamd, is onderweg naar de haven van de Noorse stad Haugesund. Het platform wordt versleept door de White Marlin, een schip van het Nederlandse bedrijf Boskalis.
Volgens Shell is er sprake van een "gevaarlijke en illegale bezetting van een vaartuig dat een cruciaal goed vervoert op een drukke vaarroute". Een woordvoerder van het concern noemt de claim proportioneel en zegt dat de ingreep nodig is om "mensen veilig te houden en eigendommen te beschermen".
Eerder oordeelde een Britse rechter al dat de activisten het platform moeten verlaten. Volgens internationale regels voor de scheepvaart op zee mogen schepen vaak niet dichter dan 500 meter bij installaties als boorplatformen voor olie komen. Dit kan namelijk onveilig zijn.
Eind januari lukte het de activisten om op de Atlantische Oceaan met touwen op het boorplatform te klimmen. Maar volgens de internationale regels hadden de Greenpeace-schepen Arctic Sunrise en Sea Beaver dus een veilige afstand moeten aanhouden van de White Marlin.
NUjij: Uitgelichte reacties