
Nederlandse natuur kan opbloeien als we leren samenleven met de wolf
De herten zijn waakzamer. Op sommige plekken grazen ze meer, en op andere minder. Hierdoor verandert de begroeiing: in het gras ontstaan voedselarme plekken waar zeldzame bloeiende kruiden opkomen. Verderop kan het bos juist verjongen.
Ook de vossen moeten op hun hoede zijn. Daar profiteren vogels en ook bijvoorbeeld de bever van. En door extra beverdammen ontstaan meer poeltjes, met ijsvogels, amfibieën en libellen.
In gedachten zouden we de Oostvaardersplassen zo kunnen zien veranderen. Maar dit beroemde voorbeeld gaat over een ander natuurgebied: Yellowstone National Park in de Verenigde Staten.
Zonder wolf sterven herten 's winters massaal hongerdood
De wolf keerde daar 27 jaar geleden terug. Al snel begon de natuur er te herstellen, en inmiddels is er in het gebied weer steeds meer sprake van een oud ecologisch evenwicht, met een hogere soortenrijkdom.
De laatste soort die er van de terugkeer van de wolf profiteerde is opmerkelijk genoeg z'n belangrijkste prooidier: de wapiti. Die lijkt in de verte op het Nederlandse edelhert. De wapiti's die er nu leven zijn sterk en gezond, en het aantal is stabiel: rond de zevenduizend herten.
Dat was voor de terugkeer van de wolf heel anders. De hertenpopulatie in Yellowstone ging hard op en neer. En dat doet weer denken aan de Oostvaardersplassen. Ook daar explodeert de populatie 'grote grazers' elke paar jaar, waarna ze tijdens een koude winter massaal verhongeren.
Die explosies doen het gebied ook geen goed: als je er met de trein langs rijdt, zie je een grote, kaalgevreten grasvlakte. Ook door het hek eromheen doet het ergens denken aan een hertenkamp.

Oostvaardersplassen en Veluwe worden 'robuuster' met smalle bosverbinding
De oplossing voor de Oostvaardersplassen is niet zozeer dat de wolf erin kan, maar dat de herten eruit moeten kunnen, zeggen ecologen. Ooit bestond er een ambitieus plan om versnipperde natuurgebieden in Nederland te verbinden: de ecologische hoofdstructuur.
De meest iconische schakel: het Oostvaarderswold - een smal strookje bos door de Flevopolder, tussen de Oostvaardersplassen en de Veluwe, aangevuld met een ecoduct over de A6.
Met de komst van het kabinet-Rutte I verdween een groot deel van dit natuurplan in de papierbak. De verbinding tussen de Oostvaardersplassen en de Veluwe kwam er nooit. Terwijl zulke verbindingen juist kunnen helpen om mensen en grote dieren naast elkaar te laten samenleven.
Onder andere het Wereld Natuur Fonds wil het plan daarom levend houden. "Grote natuurgebieden aaneenschakelen is de beste manier om problemen met wilde dieren te voorkomen", zegt Elke van Gils van het WNF. Zij is expert in het voorkomen van conflicten tussen mens en dier, onder andere in tropische landen.
"Zulke verbindingen zijn ook nodig om robuustere natuur te krijgen, die beter bestand is tegen klimaatverandering."

De Veluwe voor de welpen, de Oostvaardersplassen om te jagen
Robuuste verbindingen zijn voor de wolf vooral belangrijk voor zijn voedselaanbod, zegt ecoloog en wolvenexpert Glenn Lelieveld van de Zoogdiervereniging. "In de huidige situatie kunnen edelherten de Oostvaardersplassen niet uit, maar wolven er in principe wel in, onder andere via kleine gaten in het hek die bedoeld zijn voor reeën."
Maar Lelieveld denkt dat het gebied niet heel geschikt is voor wolven. Er is wel eens een wolf gezien in de Flevopolder, maar die bleef er niet. Dat komt door de ondergrond, die uit klei bestaat.
Wolven die een roedel starten hebben het liefst hoge zandgrond, waar ze een hol in kunnen graven. Die vinden ze op de Veluwe. Maar als de gebieden beter verbonden zijn, kunnen ze wel hun voedsel halen in de Oostvaardersplassen.
Op de Veluwe is de wolf sinds 2018 terug en werden in 2019 de eerste welpjes geboren. Voor natuurherstel is veel geduld nodig, maar ecologen verwachten ook op de Veluwe een verrijking van de natuur door de terugkeer van het roofdier. Zo zouden zeldzame heidevlinders ervan kunnen profiteren.
Ze vinden wel dat er op de Veluwe betere keuzes gemaakt moeten worden tussen recreatiegebieden en rustgebieden voor wilde dieren.
Nachtelijke bescherming schapen blijkt heide te verrijken
En dan zijn er nog de schaapskuddes. Ook die lopen al vele eeuwen over de heide rond. Overdag werkt bescherming met honden, maar 's nachts gingen de schapen vroeger naar de schaapskooi. Die oude houten stallen waren eeuwenlang de spil van de landbouw in Oost-Nederland, met het potstalsysteem: heideplaggen met schaapskeutels maakten kleinschalige akkerbouw rond 'esdorpen' mogelijk.
Ook nu moeten schaapskuddes in heidegebieden 's nachts weer worden beveiligd. Dat gebeurt in de lammertijd in schaapskooien, maar daarbuiten ook door de schapen 's nachts af te rasteren achter schrikdraad. Voor bescherming tegen wolven is dat heel effectief, zegt ecoloog Annemieke Ouwehand van Natuurmonumenten.

Elektrisch hek beschermt schapen tegen wolf op de Veluwe
Maar er ontstaat nog een voordeel, ontdekte ze op de heide van de Sallandse Heuvelrug: er ontstaan verschillen tussen gebieden die sterk worden begraasd en plekken waar veel schaapskeutels op de grond vallen. Die kunnen onder andere helpen tegen verzuring door stikstofvervuiling. "In de nachtvakken trappen de schapen de moslaag open. En we zien nu op verschillende plekken waar we nachtvakken hebben gehad al planten terugkeren die van vrijwel de hele heide waren verdwenen."
Het zijn een paar voorbeelden van hoe samenleven van mens, landbouw, natuur en de wolf er in de praktijk uit zou kunnen zien. Maar volgens Lelieveld is het uiteindelijk ook een mentale kwestie. "Wolven doen veel minder gekke dingen dan sommigen denken."
NUjij: Uitgelichte reacties