
Klimaattop Egypte begint: gaan Europa en Afrika samenwerken in klimaatstrijd?
Zondag is de ceremoniële opening, maar de echte start is maandag, als de regeringsleiders arriveren. Daar worden er zo'n honderd van verwacht, onder wie Mark Rutte en de Amerikaanse president Joe Biden. Grootste afwezige is net als vorig jaar de Chinese president Xi.
De aanwezige wereldleiders zullen toespraken houden. Het hoofdonderwerp van deze top is de grote schade die de armste en kwetsbaarste landen lijden door klimaatverandering. Belangrijke vraag bij die speeches is of er landen zijn die gelijk ook de portemonnee trekken, of dat het vooral bij mooie woorden blijft.
Drie belangrijke agendapunten
- Een oude belofte om jaarlijks 101 miljard euro beschikbaar te stellen aan arme landen is nog steeds niet volledig vervuld. Gaat het dit jaar eindelijk lukken, of wordt het 2023? Daar wordt vooral gekeken naar 'andere rijke landen' - de EU levert een relatief groot aandeel.
- De 101 miljard is bedoeld voor aanpassingen en vergroening. Maar arme landen vragen ook om financiële steun voor geleden schade (vaak aangeduid als "loss & damage"). Een aantal rijke landen zijn hiertoe bereid. Toch worden op dit onderwerp nog geen grote doorbraken verwacht.
- Op de klimaattop van vorig jaar is besloten nog één keer de uitstootdoelen voor 2030 op de agenda te houden, met een oproep naar alle landen om die aan te scherpen.
Arme landen zijn belangrijk voor samenwerking
Hulp aan de armste en kwetsbaarste landen wordt gezien als een morele kwestie. Ze worden zwaar getroffen, maar hebben minder geld om zich aan de klimaatverandering aan te passen. Bovendien stoten ze zelf maar weinig CO2 uit. Ze zijn dus minder verantwoordelijk voor het probleem, maar er wel slachtoffer van. Dit geldt vooral voor landen in het midden en zuiden van Afrika, en voor Centraal-Aziatische landen.
Maar als klimaathulp aan de armste landen uitblijft, dreigt daar een groter prijskaartje aan te hangen: het gaat dan ten koste van vertrouwen en samenwerking op andere thema's, zoals het terugdringen van de uitstoot.
Daarin is eigenlijk een andere groep landen nu aan zet, zoals China, India, Brazilië, Saoedi-Arabië, Turkije en Rusland. Om die zes landen onder druk te zetten om hun uitstoot naar 2030 te verlagen, is een grote verenigde coalitie nodig - met dus een goede samenwerking tussen arme en rijke landen.
Het gaat nu eindelijk over de uitvoering
Er is nooit één klimaattop die alle problemen kan oplossen. De VN-klimaatonderhandelingen zijn een doorlopend proces. Het startpunt was in 1992, toen klimaatverandering in Rio de Janeiro officieel op de VN-agenda werd gezet. De hoogste ambitie werd in 2015 in Parijs uitgesproken: de wereldwijde opwarming beperken tot maximaal 1,5 graden.
Als je de klimaattop van Sharm El-Sheikh in dit grotere geheel probeert te plaatsen, is het de eerste van een reeks toppen die vooral moeten gaan over de uitvoering van klimaatbeleid.
De klimaattop van vorig jaar, die werd gehouden in het Schotse Glasgow, was de laatste die ging over spelregels. In Parijs werden een hoop mooie woorden uitgesproken, maar wat betekenen die nou eigenlijk? Dat 'boek met regels' is met twee jaar vertraging uiteindelijk in Glasgow beklonken.
Sharm El-Sheikh kan op twee manieren uitpakken
Los van een paar algemene agendapunten is het vrij onzeker wat de klimaattop in Sharm El-Sheikh zal opleveren. Dat heeft niet alleen te maken met de taaie thema's (die zich niet voor niets al jaren herhalen), maar ook met het Egyptische voorzitterschap.
De agenda van de onderhandelingen lijkt minder in detail uitgewerkt dan vorig jaar in Glasgow. De Britse regering had die agenda toen bovendien afgestemd met andere landen - om vooraf de haalbaarheid van akkoorden te vergroten.
Als een voorzitter niet boven op de onderhandelingen zit, is de kans groter dat deze ontaarden in geruzie - met dus weinig (positief) resultaat. Dat verwijt kreeg het Deense voorzitterschap na afloop van de mislukte klimaattop van Kopenhagen.
Aan de andere kant: een top met een onheldere agenda kan ook verrassende resultaten opleveren. Dit omdat er meer ruimte is voor improvisatie en alternatieve ideeën. En juist deals die langs de zijlijn gesloten worden, bijvoorbeeld tussen losse groepen van landen, kunnen de verrassende successen zijn van klimaattoppen.
Duurzame energie in Afrika is mogelijk win-win
Dat zagen we ook vorig jaar in Glasgow, met de vorming van een kopgroep van landen die willen stoppen met fossiele investeringen in het buitenland. In Sharm El-Sheikh zouden zich ook dergelijke kopgroepen kunnen vormen, maar dan op duurzame energie.
Een voorbeeld is het groene partnerschap dat de Europese Unie en Marokko vorige maand sloten. Zonne-energie in tropische en subtropische landen wordt in de toekomst vermoedelijk de goedkoopste bron van elektriciteit.
Vanuit Noord-Afrika kan zulke elektriciteit met kabels naar Europa worden getransporteerd. En zonnige landen met voldoende ruimte kunnen in de toekomst naast grootschalige zonneparken misschien ook waterstoffabrieken krijgen. Die duurzame energie kan dan per schip over grotere afstanden vervoerd worden.
Voor die landen is het economische ontwikkeling, voor de hele wereld is het betaalbare schone energie - en voor het klimaat is het gedroomde beeld een scherp dalende CO2-uitstoot. Klimaatsamenwerking is uiteindelijk dus geen liefdadigheid, maar een gedeeld mondiaal belang.
NUjij: Uitgelichte reacties