'Om te huilen zo erg', het nijpende kalktekort in de Nederlandse natuur
Stikstofvervuiling veroorzaakt twee natuurproblemen. Het ene is een direct gevolg van een teveel aan stikstof. Soorten als gras en brandnetel verdringen daardoor een grote diversiteit aan andere planten.
Het tweede stikstofprobleem is minder bekend: de juist sterk afnemende beschikbaarheid van andere mineralen. Dat komt doordat stikstofvervuiling (ammoniak uit mest en stikstofoxiden uit wegverkeer) de bodem ook zuurder maakt. Mineralen als calcium, magnesium en kalium spoelen daardoor weg, terwijl vergiftiging met aluminium toeneemt.
Dat is schadelijk voor planten en ook voor veel dieren. In graslanden komen minder vliegende insecten voor en in verzuurde bossen veel minder kevers en huisjesslakken - waardoor ook veel vogels achteruitgaan.

Ongezonde bossen met een permanent bladerdek
Waar kevers en slakken door mineralentekorten verdwijnen, stopt ook de afbraak van plantenresten. Het gevolg kun je met het blote oog zien als je door verzuurde bossen loopt: de bladeren die in de herfst vallen worden nauwelijks afgebroken, en bedekken de bosbodem tot in de zomer.
Zulke bossen hebben geen ondergroei van bloeiende kruiden meer. En uiteindelijk sterven de bomen ook zelf, zoals veel eiken op de Veluwe.
"Er zijn op de zandgronden enkele bossen die nog oké zijn. Bijvoorbeeld waar nog wat kalkrijk kwelwater de boomwortels bereikt", zegt ecoloog Roland Bobbink van onderzoekscentrum B-WARE. "Maar op de droge delen is het met de Nederlandse bossen grotendeels zeer slecht gesteld. Echt om te huilen."
Stikstofvervuiling is niet de enige oorzaak. In de jaren zeventig en tachtig veroorzaakte ook zwavelvervuiling uit industrie en uitlaatgassen verzuring. Dat stond toen bekend als 'zure regen'. Die zwaveluitstoot is teruggedrongen, maar de weggespoelde calcium en magnesium zijn niet teruggekeerd en de eveneens verzurende stikstofuitstoot is al tientallen jaren hoger dan de natuur aankan. "Problemen in de bodem zijn cumulatief", aldus Bobbink.
Volg het nieuws rond de stikstofcrisis
Kalkrijke natuur herbergt grote soortenrijkdom
Een deel van de Nederlandse natuur heeft juist een hoge biodiversiteit door een hoog kalkgehalte. Uitbundig bloeiende 'kalkgraslanden' in Zuid-Limburg zijn een sprekend voorbeeld, maar het geldt ook voor uiterwaarden en een deel van de duinen.
Ook daar kan verzuring toeslaan. De Overijsselse Vecht is een rivier met kalkrijk water. De velden eromheen werden vroeger gekleurd door kalkminnende bloemen als tijm, geel walstro en de dieproze Vechtanjer.
Die anjer wordt nu vooral nog gevonden op nesten van weidemieren. Die ijverige mieren brengen zand omhoog uit diepten waar nog wat kalk aanwezig is - het oppervlak is er door stikstofvervuiling te verzuurd.

Mens heeft kalktoevoer gestopt en moet nu ingrijpen
Zo dreigt kalkrijke natuur, zeker op de zandgronden, een rariteit te worden. Dat komt ook doordat de mens minder ruimte geeft aan natuurlijke processen die kalk toevoegen. Door bedijking kunnen rivieren geen kalkrijke klei meer afzetten en door een afgesloten zeereep kan kalkrijk strandzand niet meer vrij over de duinen stuiven.
Er lijkt een betrekkelijk simpele oplossing te bestaan: handmatig kalk toevoegen. Zo werd vorig jaar als experiment met helikopters schelpengruis uitgestrooid boven een heideveld bij Ede. Ook op heidevelden van Landschap Overijssel wordt sinds kort lokaal kalk gestrooid, in een poging zeldzame heidevlinders en de laatste korhoenders voor uitsterven te behoeden.

Daarmee kun je de zuurgraad iets herstellen en het voor veel soorten nijpende tekort aan calcium en andere mineralen wegnemen, maar dan blijft een probleem dat er juist te veel stikstof in de bodem zit.
Daarom zou volgens Bobbink gelijktijdig geprobeerd moeten worden de opgehoopte stikstof weg te krijgen. "Bijvoorbeeld door rondom de laatste populaties zeldzame planten de bodem af te schrapen, of door graslanden duurzaam te maaien. Maar in bossen of hoogveennatuur is zoiets nauwelijks mogelijk."
Zo kun je met kunst- en vliegwerk en een grote hoeveelheid mankracht één heideveld proberen te redden. Maar het speelt op een veel te grote ruimtelijke schaal, zegt Bobbink: de helft van Nederland heeft een stikstofoverschot, een verzuurde bodem en een groeiend tekort aan calcium, magnesium en kalium.
Dus is er één echte oplossing: de toevoer van stikstof stoppen. Met polderen, compromissen en al met al de uitstoot onvoldoende terugdringen, zal de Nederlandse natuur niet herstellen, maar verder verslechteren, waarschuwt Bobbink.
NUjij: Uitgelichte reacties