
Experts waarschuwen: 'We trappen te veel op rem om klimaatdoelen te halen'
Demissionair staatssecretaris van klimaat Dilan Yesilgöz (VVD) heeft deze week opdracht gegeven om de rol van kernenergie te onderzoeken, terwijl SP-fractievoorzitter Lilianne Marijnissen in De Telegraaf stelde dat we "per direct moeten stoppen met windmolens op land".
Het is volgens energie-expert Martien Visser van de Hanzehogeschool exemplarisch voor de manier waarop in Nederland het debat wordt gevoerd.
Nederland heeft de neiging op meerdere fronten op de rem te trappen, zegt hij. "Voor elke technologie geldt dat er felle tegenstanders rondlopen waardoor besluitvormers in verwarring raken en er in een land als Nederland, met een weifelende overheid, relatief weinig gebeurt. Het is het complexe speelveld in de Nederlandse samenleving dat ons parten speelt."
Klimaatdoelen zijn niet gehaald
De traagheid bleek in voorbije jaren. Het kabinet heeft zes jaar lang volgehouden het vonnis in de klimaatzaak van Urgenda te zullen uitvoeren, maar uiteindelijk bleef de uitstoot van broeikasgassen te hoog.
Ook het aandeel duurzame energie is lager dan wat Nederland binnen de Europese Unie heeft afgesproken, waardoor we nu windstroom moeten importeren uit Denemarken.
Olof van der Gaag, directeur van de Nederlandse Vereniging voor Duurzame Energie - een samenwerkingsverband van duurzame energiebedrijven, deelt Vissers mening.
"Ik vind dat er te veel wordt gediscussieerd over de vraag welke techniek de beste is. De energietransitie is geen Idols voor energietechnieken. We hebben ze bijna allemaal nodig en ze hebben allemaal hun eigen voor- en nadelen."
'Wind op land' groeit een derde (en kán daarna stoppen)
Per direct stoppen met wind op land, zoals Marijnissen wil, zou problemen creëren op weg naar de bestaande klimaatdoelen. Windenergie ontwikkelt zich juist tot de belangrijkste stroombron van ons land, met het grootste potentieel op de Noordzee. Dat heeft te maken met onze geografische ligging: waar in zuidelijke landen uiteindelijk de zon de goedkoopste duurzame energiebron wordt, blijft dat in Nederland de wind.
Het totale vermogen van windmolens op land zal in de komende jaren met een derde toenemen, rekent Visser. "Daarvoor zijn de vergunningen allemaal al verleend. Je kunt dus besluiten dat er daarna op land geen extra windmolens meer nodig zijn - en dat we ze verder allemaal op zee plaatsen."
Maar de klimaatdoelen voor 2030 zijn maar een tussenstop, en er is ook een roep om die doelen te verhogen en de uitstoot van broeikasgassen al in dit decennium verder te verlagen, zegt Rik Harmsen van de Nederlandse Wind Energie Associatie, een belangenbehartiger van de windsector.
Noordzee belangrijker, maar kan niet toveren
Als we snellere klimaatactie willen, wordt gauw naar de Noordzee gewezen: dan moeten daar maar in hoger tempo windparken worden gebouwd - er is daar een groot oppervlak, er staat veel wind en als belangrijkste argument: er wonen geen mensen.
Harmsen pleit ook daar voor realiteitsbesef: hoe hard er ook gewerkt wordt - er zit een maximale snelheid aan het tempo waarop je windparken op zee kunt bouwen. "In 2030 willen we er ongeveer 10 gigawatt hebben staan. Als Nederland in lijn met de EU een hoger klimaatdoel stelt, kan dat in dezelfde periode nog ongeveer verdubbeld worden tot 20 gigawatt. Maar daar ligt voor de komende jaren echt de grens.
De voorlopige realiteit is dat windmolens op land in Nederland meer elektriciteit produceren dan op zee. Pas over enkele jaren zal het vermogen op de Noordzee dat op land inhalen, zo is de verwachting.
Regio's zien liever zon dan wind
De verantwoordelijkheid voor de energietransitie is door Den Haag voor een deel verlegd naar dertig energieregio's - een manier om Nederland bestuurlijk in te delen op een schaal tussen provincies en gemeentes in.
Vorige week presenteerden ze hun rapport, waaruit blijkt dat er in de regio's vooral animo bestaat voor zonne-energie. Daar is immers het minste verzet tegen.
Probleem met zonne-energie is dat het niet alleen weersafhankelijk is, maar ook schommelt tussen dag en nacht en zomer en winter. Wind is daarmee vergeleken een stuk stabieler - en heeft een aanzienlijk groter vermogen: een moderne windmolen produceert elektriciteit voor duizenden huishoudens, een zonnedak voor één huishouden.
Als in de regio's wind in de ban gaat en zon dat gat moet opvullen, ontstaan dus een grote uitdaging van opschalen van vermogen, en zal er gelijktijdig sneller moeten worden geïnvesteerd in manieren om groene stroom op te slaan, en zo pieken en dalen op te vangen.
Procenten sprokkelen met overige opties
En kernenergie dan? De kleine centrale in Borssele (die ten minste open blijft tot 2033) levert minder dan 5 procent van onze elektriciteit en minder dan 1 procent van onze energie. En diverse politieke onderzoeken ten spijt blijft het verhaal van experts dat nieuwbouw een relatief dure optie is. Maar inderdaad wel een die (ná 2030) een paar procent kan toevoegen aan de CO2-neutrale energiemix.
Ook aardwarmte zal de komende tien jaar geen gamechanger zijn voor Nederland, verwacht Visser. De import van groene waterstof wellicht, uit landen met een overschot aan groene stroom? Dat vereist eerst miljardeninvesteringen, en zal daarna jaren duren voor voldoende schaal bereikt.
Het belangrijkste is dat we via politieke besluiten zorgen dat vervuilen duurder wordt dan verduurzamen, vindt Van der Gaag. "Ook energiebesparing wordt dan aantrekkelijker. Dan merken we wel welke energiemix er zal ontstaan en stoppen we in elk geval met de uitstoot van broeikasgassen."
"Het maakt mij niet uit hoe de precieze energiemix eruit ziet, als die maar duurzaam is."
Belangrijkste bronnen duurzame energie
- Biomassa is nu de grootste bron van hernieuwbare energie, maar de groei lijkt er grotendeels uit.
- Windenergie levert in 2030 ruim de helft van alle elektriciteit (12 procent van alle energie).
- Zonne-energie kan tot een kwart van de stroomvraag leveren (en 5 procent van alle energie).
- Andere CO2-neutrale opties blijven tot 2030 marginaal. Bij elkaar leveren ze in 2030 ongeveer 2 procent van alle energie.
NUjij: Uitgelichte reacties