
Lopen Brabanders door fijnstof een groter risico op coronabesmetting?
De meest voor de hand liggende verklaring is dat gebieden met slechte lucht doorgaans ook dichter bevolkt zijn en mensen elkaar daar dus makkelijker besmetten.
Maar ook onderzoekers die hiervoor corrigeren, vinden een verband. In Italië hebben gebieden rond industriecentra een tien keer zo hoge besmettingsgraad. Het virus is er aangetroffen op fijnstof.
Brabant heeft meeste besmettingen en slechtste lucht
In Nederland hebben de noordoostelijke provincies de schoonste lucht en verhoudingsgewijs de minste besmettingen met het coronavirus. Noord-Brabant is het zwaarst getroffen. Daar is de lucht relatief slecht, onder andere door de intensieve veehouderij, die ammoniak uitstoot. Ammoniak wordt in de lucht omgezet tot fijnstof, dat schadelijk is voor de gezondheid. Op Twitter wordt druk gespeculeerd over een mogelijk verband met het coronavirus.
Is dit toeval of is er een oorzakelijk verband? NU.nl vroeg het aan universitair hoofddocent en onderzoeker Lidwien Smit van de Universiteit Utrecht. Zij onderzoekt al tien jaar de effecten van de veehouderij op de volksgezondheid en waarschuwt voor te grote conclusies. Zo kwamen de eerste bekende besmettingen in Nederland mee met terugkerende wintersporters en speelde vervolgens vermoedelijk ook de viering van carnaval een rol.
'Er zit een zekere toevalligheid in'
"Als je kijkt naar de wereldkaart met brandhaarden zijn het ten eerste dichtbevolkte gebieden, waar de kans gewoon groter is dat het virus van mens op mens wordt overgedragen. Daarnaast zit er ook een zekere toevalligheid in. Hoe de kaart van Nederland eruit had gezien als de vakantiespreiding bijvoorbeeld net andersom was geweest, is maar de vraag."
"Toch ben ik het er wel mee eens dat er een verband zou kunnen zijn. We weten natuurlijk al jaren dat luchtvervuiling ongezond is. Zo komen luchtweginfecties en longziekten meer voor in gebieden waar de luchtvervuiling hoog is."
Meer longontstekingen na enkele dagen hogere luchtvervuiling
"Dat zie je na jarenlange blootstelling, maar ook op heel korte termijn. Na dagen met hogere luchtvervuiling is er een toename in het aantal mensen dat met een longontsteking in het ziekenhuis komt. Ik kan me dus voorstellen dat er voor het coronavirus vergelijkbare verbanden bestaan."
Toch is het volgens Smit nog geen bewezen zaak: "De onderzoeksresultaten die online zijn gezet, zijn meestal nog niet beoordeeld door collega's. Ik heb de meeste gelezen en ben er nog niet van onder de indruk."
Eenvoudige correlaties tussen luchtkwaliteit en COVID-19-gevallen zeggen volgens Smit te weinig. "De verspreiding kan door tal van andere factoren beïnvloed worden, denk voor Brabant aan carnaval of het tijdstip waarop maatregelen worden ingevoerd."
Hoe zit het dan met de statistieken van Rotterdam?
Smit vraagt zich ook af waarom er wel een ogenschijnlijk verband wordt gevonden in Oost-Brabant, maar niet in andere delen van Nederland met veel intensieve veehouderij of bijvoorbeeld in Rotterdam.
"Het heeft een andere bron, maar ook daar zijn de fijnstofconcentraties relatief hoog. Pas als we meer weten over hoe het coronavirus zich door Nederland heeft verspreid, kunnen we deze vragen goed beantwoorden."