
Mondiaal energieverbruik hoeft niet te groeien om armoede te bestrijden
Arme landen hebben per inwoner een veel lager energieverbruik en dus een veel langere uitstoot van broeikasgassen dan rijke industrielanden. De verschillen kunnen enorm oplopen. Zo is in rijke Golfstaten als Qatar en Koeweit door het zeer hoge energieverbruik de CO2-uitstoot per inwoner ongeveer honderd keer zo hoog als de uitstoot van een gemiddelde inwoner van het veel armere Afghanistan.
Is er dan meer energie nodig als we de levensstandaard van arme mensen willen verbeteren? En zijn de ambities om armoede en klimaatverandering te bestrijden ergens tegenstrijdig?
Drie onderzoekers van het in Oostenrijk gevestigde International Institute for Applied Systems Analysis (IIASA) vroegen het zich af en komen in hun publicatie in Nature Energy met een enigszins verrassend antwoord: nee.
Hoge uitstoot, maar grote armoede in onderlaag
In elk geval niet om armoede te bestrijden in India, Zuid-Afrika en Brazilië, de drie landen waar zij onderzoek naar hebben gedaan. Het zijn alle drie landen die door een opkomende producerende economie en een groeiende middenklasse een hoge absolute uitstoot hebben, maar tegelijk ook een grote arme onderlaag.
Alhoewel de landen ook op belangrijke punten van elkaar verschillen, blijkt uit het onderzoek dat de energiebehoefte die nodig is om alle inwoners boven de armoedegrens te tillen en een goede levensstandaard te geven zelfs ruim onder het gemiddelde energieverbruik van India, Zuid-Afrika en Brazilië ligt. En daarmee ligt die energiebehoefte ook ruim onder het mondiale gemiddelde.
"We hadden niet verwacht dat de energiebehoeften voor een minimaal goed leven zo bescheiden zouden zijn, zelfs voor landen als India waar grote inkomenskloven bestaan", zegt hoofdauteur Narasimha Rao. "Het was ook een prettige verrassing dat de essentieelste menselijke levensbehoeften gerelateerd aan gezondheid, voeding en educatie in termen van energieverbruik zo goedkoop zijn."
'Nieuwe manieren om welzijn te verbeteren'
Rao concludeert dat het uitbannen van armoede niet in de weg hoeft te staan van het stabiliseren van het klimaat op veilige grenzen. "Onze studie suggereert dat we progressie in de samenleving in meerdere dimensies moeten gaan meten - niet alleen in inkomen - en dat we aandacht moeten hebben voor de verdeling van groei in ontwikkelingslanden. Dat kan ons wijzen op nieuwe manieren om welzijn te verbeteren, terwijl we emissies terugdringen."
Omgekeerd bestaat er ook een belangrijk verband tussen klimaatverandering en armoede. Wanneer de uitstoot van broeikasgassen niet wordt teruggedrongen, wordt op lange termijn grote economische schade verwacht. Dat geldt voor de wereld als geheel, maar in het bijzonder voor arme landen, waar de economie als gevolg van klimaatverandering met meer dan 20 procent kan krimpen.