
Geboorte met vacuümpomp: wat zijn de gevolgen voor moeder en baby?
Hoofdpijn, overprikkeling, misselijkheid: het zijn een aantal dingen waar pasgeboren baby's na een ingreep met de vacuümpomp last van kunnen hebben. Maar dat geldt niet voor alle pasgeborenen, zegt caseload-verloskundige Mariëlle Eustatia.
"Er zijn ook baby's die weinig last hebben van de vacuümpomp, maar de meesten merken er wel iets van", vertelt ze. "Op zich logisch, want er is tijdens de bevalling getrokken aan hun hoofdje. Ik maak het zelf trouwens niet zo vaak mee; het afgelopen jaar twee keer."
Als de moeder de ingreep niet wil, dan gebeurt het niet.
"Als een vacuümpomp tijdens een bevalling noodzakelijk is, dan laat ik een kindje vlak na de bevalling het liefst even in alle rust bijkomen. Dus lekker in het eigen bedje of bij de moeder op de buik in een prikkelarme omgeving, zonder het kind te veel van hand tot hand te laten gaan. Je moet het zo zien: als je zelf hoofdpijn hebt, dan wil je vaak ook in een rustige kamer liggen met niet te veel prikkels om je heen. Waarom zou dat dan niet gelden voor baby's?"
Altijd overleg voor gebruik
Het gebruik van een vacuümpomp tijdens een bevalling is een medische ingreep die alleen een arts mag uitvoeren, legt Eustatia uit.
"Zelf pas ik een vacuümpomp dus niet toe. Als ik een cliënt tijdens de bevalling overdraag aan de gynaecoloog, bijvoorbeeld omdat de bevalling te langzaam vordert of omdat er sprake is van foetale nood, blijf ik er wel altijd bij. Het toepassen van een vacuümpomp is een weloverwogen keuze en dient altijd met de moeder te worden overlegd. Zij heeft beschikkingsrecht over haar eigen lijf. Als ze de ingreep dus niet wil, dan gebeurt het niet."
"Naar mijn mening is er altijd een moment om aan de moeder uit te leggen wat er aan de hand is en waarom je een knip en/of vacuümpomp wil toepassen. En wat de eventuele andere opties zijn", vervolgt de verloskundige. "Dit geeft de moeder de tijd om zelf een keuze te maken of mee te beslissen. Dat kan een van de gevolgen zijn van de vacuümpomp: dat de moeder er na de bevalling mentaal last van heeft, omdat er voor haar gevoel voor haar is besloten. En dat wil ik te allen tijde voorkomen."
Zoveel mogelijk voorlichting geven
Of je het gebruik van een vacuümpomp kunt voorkomen, weet Eustatia niet. "Elke bevalling is anders. Wel is het als zorgverlener heel belangrijk om de zwangere vrouw vooraf goed te informeren en zoveel mogelijk voorlichting te geven."
"Als caseload-verloskundige begeleid ik een vrouw tijdens het hele traject, dus vanaf de zwangerschap tot en met de bevalling. Tijdens controles neem ik zeker een uur de tijd voor mijn cliënt. Daardoor is er veel meer ruimte om dingen te bespreken, ook eventuele ingrepen tijdens de bevalling."
"Hierdoor zijn de vrouwen die ik begeleid goed geïnformeerd en begrijpen ze ook beter waarom bepaalde ingrepen nodig kunnen zijn. Daar zit wat mij betreft de meerwaarde. Ze weten wat ze kunnen verwachten en staan daardoor veel sterker in hun schoenen. Ik leer hen op mijn beurt ook heel goed kennen. Daardoor ontstaat er een waardevolle vertrouwensband, wat een positief effect heeft op de bevalling. De vrouwen hebben hierdoor minder ingrepen nodig."
Onderzoek naar vacuümpompgeboorte
Omdat er nog weinig over bekend is, onderzoekt epidemioloog Lilian Peters van het Universitair Medisch Centrum Groningen wat de langetermijngevolgen van een geboorte met vacuümpomp en andere medische ingrepen zijn. Hiervoor analyseert zij data uit Australië, waarmee ze 500.000 vrouwen en kinderen vanaf hun zwangerschap of geboorte volgt tot ten minste vijf jaar daarna.
Peters brengt hiermee in kaart hoe hun gezondheid (dus van zowel moeder als kind) na de bevalling (al dan niet met ingrepen) is verlopen. In veel gevallen vond er tijdens een bevalling van de Australische vrouwen een medische ingreep plaats.
Het viel op dat meer baby's geelzucht kregen na een bevalling met een vacuümpomp of verlossingstang. Ook hadden kinderen na een keizersnede vaker stofwisselingsziektes of obesitas. Bij andere ingrepen kwamen vaker luchtweginfecties of eczeem voor.
Peters: "De precieze oorzaak weten we nog niet, daar hoop ik met mijn huidige onderzoek (het analyseren van data van Nederlandse verloskundigen, gynaecologen, huisartsen en medisch specialisten) binnenkort meer te weten over te komen. Dan zal ook blijken of de uitkomsten van het Nederlandse onderzoek overeenkomen met de resultaten uit Australië."