'Mijn kind heeft een fantasievriendje, moet ik me zorgen maken?'
Zie jij je kind regelmatig in zichzelf praten, of tegen iemand die er helemaal niet is? Grote kans dat hij of zij een denkbeeldig vriendje heeft. Dan vraag je je als ouder misschien af of je kind geesten ziet, of misschien wel eenzaam is. "Gelukkig is er eigenlijk nooit reden tot zorgen, een denkbeeldig vriendje hoort namelijk gewoon bij de ontwikkeling", zegt opvoeddeskundige Marina van der Wal.
Zowel kinderen met een rijk sociaal leven als kinderen met wat minder 'echte' vriendjes hebben vaak denkbeeldige vriendjes volgens opvoedkundige Tamar de Vos. "Over het algemeen is een denkbeeldig vriendje gewoon een spelletje en een uitdrukking van de fantasie en creativiteit van je kind", stelt ze. "Daarom is het verstandig erin mee te gaan als ouder. Als je de ruimte geeft aan de fantasierijke gedachten en het denkbeeldige vriendje van je kind, kom je ook meer te weten over wat er in dat koppie omgaat en leer je je kind beter kennen", voegt Van der Wal daaraan toe.
Als alle eettafelstoelen bezet zijn met fantasievriendjes en jullie daardoor niet mogen zitten, mag je best een grens trekken.
Denkbeeldig vriendje als zondebok
Een denkbeeldig vriendje is er vaak precies op het moment dat je kind hem nodig heeft. Kinderen gebruiken hun fantasievriendje dan ook vaak als zondebok voor iets stouts wat zij hebben gedaan. "Of misschien doet je kind iets wat niet mag en zegt dat het mocht van zijn denkbeeldige vriendje. Zo verkennen ze wie zij zijn ten opzichte van de wereld, wat belangrijk is in hun ontwikkeling naar het zelfstandige individu", stelt Van der Wal.
Het is natuurlijk niet de bedoeling dat je kind het hele huishouden gaat overnemen met zijn fantasievriendjes. "Als alle eettafelstoelen bezet zijn met fantasievriendjes en jullie daardoor niet mogen zitten, mag je daar best een grens trekken. Je mag dan duidelijk maken dat de vriendjes hier best mogen zijn, maar dat ze zich ook aan de regels moeten houden", zegt De Vos. "Ook wanneer je kind zijn denkbeeldige vriendje van alles de schuld geeft, mag je daar best een grens in trekken, zonder te zeggen dat zijn vriendje niet echt is."
Ook over echte vriendjes maken ouders zich wel eens zorgen.
Kind heeft behoefte aan controle
Een denkbeeldige kameraad dient niet alleen als zondebok of steun voor je kind, het draagt ook bij in de ontwikkeling van je kind. "Wanneer kinderen zichzelf beginnen te ontdekken en merken dat ze een zelfstandige persoon en individu zijn, hebben ze behoefte aan iets waar zij controle over hebben en wat dicht bij hen staat, met een denkbeeldig vriendje als oplossing. Zo leren ze ook hun nieuwe sociale vaardigheden toe te passen", aldus Van der Wal.
Je hoeft je kind niet te vertellen te maken dat zijn vriendjes niet echt zijn. "Kinderen weten zelf meestal heel goed dat het een spelletje is. Soms zeggen kinderen zelf al: 'Het is niet echt, hè?', dus dat hoef jij als ouder niet te doen", stelt De Vos. Het fantasievriendje verdwijnt ook weer vanzelf. De opvoeddeskundige vervolgt: "Een fantasievriendje verschijnt meestal aan het einde van de peutertijd en in de kleutertijd. Vanaf vijf of zes jaar zie je dat een denkbeeldig vriendje een steeds minder grote rol zal spelen, totdat het helemaal verdwijnt."