Halsema biedt bij Ketikoti excuses aan voor rol Amsterdam bij slavernij
Volg dit onderwerp
"Voor de actieve betrokkenheid van het Amsterdamse stadsbestuur bij het commerciële systeem van koloniale slavernij en de wereldwijde handel in tot slaaf gemaakten bied ik, namens het college van burgemeester en wethouders, excuses aan", zei Halsema.
Halsema zei in haar toespraak dat "geen enkele nu levende Amsterdammer schuld heeft aan dat verleden". Het stadsbestuur wil daar wel verantwoordelijkheid voor nemen, want dat staat "in een niet-onderbroken lijn met het bestuur van haar voorgangers", legde de burgemeester uit. "Ook met die regenten en burgemeesters, wier handelen wij verafschuwen." Volgens Halsema is het tijd "om het grote onrecht van de koloniale slavernij te metselen in de identiteit" van de hoofdstad. "Met een ruimhartige en onvoorwaardelijke erkenning."
Amsterdam is de eerste gemeente in ons land die formeel excuses maakt. Ook Utrecht, Den Haag en Rotterdam overwegen dit te doen. Britse steden als Londen en Liverpool en Amerikaanse steden als Chicago en Charleston gingen Amsterdam al voor.
Amsterdam had grote rol in slavernij
De rol van Amsterdam is groot, zo bleek vorig jaar uit onderzoek. In het boek De Slavernij in Oost en West, Het Amsterdam Onderzoek concludeerden ruim veertig onderzoekers dat het Amsterdamse stadsbestuur "grootschalig, mondiaal en langdurig" betrokken was bij slavernij.
Amsterdam was bijvoorbeeld een van de aandeelhouders van Sociëteit Suriname. Amsterdam beheerde de overzeese kolonie en verscheepte duizenden Afrikanen naar Suriname. Behalve Suriname en Curaçao had Amsterdam ook een aandeel in Indonesië, Taiwan, Zuid-Afrika, Noord-Amerika en Brazilië, vaak in het koloniale bestuur. De stad profiteerde op deze manier indirect van de slavernij. Individuele burgemeesters namen ook zelf deel aan de slavenhandel.
Het onderzoek werd als aanloop gezien naar formele excuses waar een meerderheid in de gemeenteraad al langer om vroeg. Tijdens Ketikoti in 2019 kondigde burgemeester Halsema al aan die namens de stad te willen maken. Vorig jaar bleek uitstel nog nodig vanwege de coronacrisis.

Wie bepaalt of Keti Koti een nationale feest- én vrije dag wordt?
Kabinet maakt nog geen excuses
De roep om officiële excuses van het kabinet voor het Nederlandse aandeel in de slavernij is tegenwoordig luider dan ooit, maar het is er nog niet van gekomen.
In 2001 sprak toenmalig minister Roger van Boxtel namens Nederland "diepe spijt, neigend naar berouw" te hebben over het slavernijverleden. Lodewijk Asscher herhaalde in 2012 als vicepremier die woorden in het Oosterpark.
Demissionair premier Mark Rutte zei vorig jaar echter nog dat de tijd er nog niet rijp voor is om excuses te maken. Volgens het kabinet zou een debat hierover de tegenstellingen juist kunnen aanjagen. Daarnaast zou er gevreesd worden voor schadeclaims.
