
De opvallendste overnames van Google
Google nam zijn eerste bedrijf over in 2001, drie jaar na zijn oprichting. Inmiddels is de teller de 160 gepasseerd. De opvallendste en belangrijkste overnames op een rij.
Android (50 miljoen dollar)
Android, opgericht in 2003, wilde in eerste instantie geavanceerde software maken voor digitale camera’s, maar die markt bleek te klein. Het richtte zijn pijlen op mobiele telefoons en wilde de strijd aangaan met Windows Mobile en Symbian.
In 2005 nam Google Android over voor zo’n 50 miljoen dollar, twee weken nadat medeoprichter Andy Rubin het platform pitchte aan Samsung, dat weinig toekomst in het project zag. Google, tot dat moment nog grotendeels gericht op de desktop-versie van het internet, zocht een manier om zijn diensten aan te bieden op de mobiele telefoon. Drie jaar later, in 2008, kwam de eerste Android-telefoon uit: de HTC Dream, beter bekend als de G1.

Android groeide razendsnel uit tot grootste mobiele besturingssysteem ter wereld. Het heeft momenteel zo’n 1 miljard actieve gebruikers en is daarmee veruit het grootste besturingssysteem voor smartphones, en tevens een van de beste aankopen van Google.
Motorola (12,5 miljard dollar)
De mobieltjestak van Motorola werd in 2011 overgenomen door Google voor 12,5 miljard dollar. Het leek een logische stap; Google beschikte immers al over het populairste besturingssysteem voor smartphones, maar maakte zelf geen telefoons. Nog geen tweeëneenhalf jaar later werd Motorola echter alweer doorverkocht aan Lenovo voor 2,9 miljard dollar.
Dat financieel verlies lijkt groot, maar valt eigenlijk wel mee. Google kreeg met de overname toegang tot de 3,2 miljard dollar die Motorola in kas had, en de overname leverde een belastingvoordeel op van 2,4 miljard dollar. Uiteindelijk betaalde Google dus 'slechts' 4,325 miljard dollar. Op de verkoop aan Lenovo maakte Google dus 1,4 miljard dollar verlies.
De reden van de verkoop blijft onduidelijk, maar het is wel bekend dat Motorola verlies draaide en dat daar op de korte termijn geen verandering in leek te komen. Ook leek de overname niet goed te zijn voor de relatie met belangrijke fabrikanten van Android-telefoons, zoals Samsung. Door zelf telefoons te gaan produceren werd Google een concurrent in plaats van een partner.
Youtube (1,65 miljard dollar)
Youtube werd in 2005 opgericht door drie oud-Paypalmedewerkers, en sleepte al vrij gauw een investering van 11,5 miljoen dollar binnen. Het eerste filmpje werd op 23 april 2005 door medeoprichter Jawed Karim geplaatst. In het filmpje staat Karim in de dierentuin voor een groep olifanten, en vertelt hij hoe interessant de lange slurfen zijn. Het filmpje duurt 18 seconden.
In november 2005 ging de eerste publieke versie van Youtube de lucht in. De site groeide snel: in juli 2006 werden er dagelijks 65.000 nieuwe video's geüpload en honderd miljoen videos bekeken.
In oktober nam Google het bedrijf over voor 1,65 miljard dollar aan Google-aandelen, de grootste Google-overname op dat moment. Inmiddels heeft Youtube maandelijks ruim 1 miljard unieke bezoekers, en wordt er elke minuut 100 uur aan video geupload. Het is de meest bezochte website op het internet na Google en Facebook.
Bovendien haalde Google in 2013 naar schatting 5,6 miljard dollar aan omzet binnen met de videowebsite. Grofweg 11 procent van de totale omzet van het bedrijf.
DoubleClick (3,1 miljard dollar)
In 2007 nam Google de advertentiedienst DoubleClick over voor 3,1 miljard dollar, op dat moment wederom de grootste overname van Google.
DoubleClick specialiseert zich in het identificeren en volgen van bepaalde doelgroepen en gebruikers door middel van cookies. Op basis van het surfgedrag van de internetgebruiker kan de dienst advertenties aanbieden die relevant zijn voor de gebruiker: bezoek je de websites van een aantal schoenenwinkels, dan is de kans groot dat er reclames van schoenen verschijnen op de volgende site die je bezoekt.
De dienst werd ook al voor de overname van Google bekritiseerd met het oog op de online privacy. Controversieel of niet, de miljardenovername heeft Google geen windeieren gelegd. Google haalt al jaren ruim 90 procent van zijn omzet uit advertenties.
Dat komt natuurlijk niet allemaal door de aankoop van DoubleClick, maar de overname is wel belangrijk geweest voor de manier waarop Google omgaat met zijn gebruikers en de advertenties die het aanbiedt.
Nest (3,2 miljard dollar)
In januari 2014 werd Nest Labs overgenomen voor 3,2 miljard dollar. Het bedrijf is vooral bekend om Nest, de slimme thermostaat, maar produceert ook andere slimme huishoudelijke apparaten zoals een slimme rookmelder.
De aankoop luidt een nieuw tijdperk in voor Google, en geeft ook de huidige trend aan onder techbedrijven: het internet is inmiddels geen privilege voor laptops en desktopcomputers meer. Elk apparaat kan worden verbonden.
Google weet inmiddels al alles over ons digitale leven. Door ook slimme huishoudelijke apparaten te gaan maken, krijgt Google toegang tot een hoop informatie over het offline leven van zijn gebruikers. Opvallend aan Nest is ook dat de twee oprichters van Nest afkomstig zijn van Googles grote concurrent Apple, iets dat terug te zien is in het strakke ontwerp van de producten. Het vooraanstaande personeel van Nest zou dan ook een van de redenen zijn voor de overname.
Titan Aerospace (bedrag onbekend)
Drone-bouwer Titan Aerospace werd in april 2014 overgenomen door Google voor een nog onbekend bedrag. Eerder had Facebook het bedrijf in het vizier, maar dat koos er uiteindelijk voor om Ascenta te kopen, dat net als Titan onbemande, met zonne-energie aangedreven vliegtuigen produceert.

De nieuwe aanwinst van Google zal nauw gaan samenwerken met 'Project Loon', Googles plan om middels ballonnen een wifi-netwerk te maken voor landelijke en slecht bereikbare gebieden. De internetsnelheid die via de drones behaald kan worden ligt volgens Titan op een maximum van 1 Gbps (125 MB per seconde).
De drones kunnen naast antennes voor bel- en dataverkeer ook uitgerust worden met weersensoren en camera's, die livebeelden op hoge resolutie kunnen doorsturen. De drones zouden dus ook ingezet kunnen worden voor Google Maps.
De kennis van Titan kan ook wat toevoegen aan Makani, een project van Google waarbij het een vliegende windturbine wil gebruiken om energie op te wekken.
Boston Dynamics (bedrag onbekend)
In 2013 werd het overduidelijk dat Google stevig inzet op robotica: in een half jaar nam het acht robotbedrijven over. De bekendste daarvan is Boston Dynamics, dat robots voor het Amerikaanse leger produceert.
De robotafdeling van Google, geleid door Android-oprichter Andy Rubin, is bezig met het ontwikkelen van intelligente, mensachtige robots. Boston Dynamics produceerde voor het Amerikaanse leger Atlas, dat bekend staat als een van de meest menselijke robots tot nu toe.
Boston Dynamics is verder bekend om zijn zeer snel lopende robots. Zo ontwikkelde het de de snelste robot ter wereld, de Cheetah, maar ook de WildCat en de BigDog. De robots hebben wat weg van katten en honden, zoals de namen eigenlijk wel aangeven.