
Britten bespioneerden ook wereldleiders en goede doelen
Dat blijkt uit documenten van klokkenluider Edward Snowden waar The New York Times, Der Spiegel en The Guardian vrijdag gezamenlijk over publiceren.
Een document uit januari 2009 toont dat GCHQ een e-mailadres van de Isräelische minister-president in de gaten hield. Dat was toen Ehud Olmert. Ook e-mailverkeer van de minister van Defensie, Ehud Barak, zou zijn gemonitord.
Ook Joaquin Almunia, vicepresident van de Europese Commissie, staat op een lijst van mensen die door de NSA werd bespioneerd. Almunia is de eurocommissaris voor mededinging en beboette verschillende grote Amerikaanse bedrijven, waaronder Microsoft en Intel, voor concurrentievervalsing.
In een reactie tegen The New York Times zegt Almunia dat hij "zeer ontdaan" is door de onthulling. De NSA ontkent dat het spionage heeft uitgevoerd om bedrijfsgeheimen te stelen of om Amerikaanse bedrijven te ondersteunen.
Duitsland
Ook verschillende telefoonnummers van de Duitse overheid werden in de gaten gehouden door de Britse inlichtingendienst GCHQ, blijkt uit de documenten. Eerder werd al bekend dat de NSA de telefoon van bondskanselier Angela Merkel had afgetapt. In het land werd daar vol verontwaardiging op gereageerd. De Britse premier David Cameron veroordeelde in oktober nog de spionage op wereldleiders, waaronder Angela Merkel.
Ook Afrikaanse staatshoofden en hun families komen in de documenten voor als doelwitten van spionage.
Goede doelen
Naast wereldleiders werden ook het VN-Ontwikkelingsprogramma, UNICEF en de internationale hulporganisatie Médecins du Monde bespioneerd, zo blijkt uit de documenten. Een woordvoerder van het Franse goede doel zegt tegen The Guardian "geschokt en verrast" te zijn door de onthulling.
"Onze dokters en medische specialisten, waarvan een groot deel vrijwilligers, riskeren elke dag hun leven in de meest gevaarlijke plekken ter wereld, zoals Mali, Somalië en Syrië. Er is totaal geen reden om onze verrichtingen heimelijk te volgen."
In totaal komen communicaties uit meer dan 60 landen voor in de documenten, die niet in hun geheel zijn gepubliceerd. Een reden voor de spionage wordt in de documenten niet gegeven. Ook de schaal en tijdsduur van het afluisteren worden niet omschreven.