
Borstvoeding: niet zo voor de hand liggend als het lijkt
Het officiële advies van de gezondheidsorganisatie WHO en UNICEF is om zes maanden lang uitsluitend borstvoeding te geven en daarna in combinatie met bijvoeding tot het kind twee jaar is. Maar dat is volgens Teddy Roorda, lactatiekundige van het Erasmus MC in Rotterdam, een uitzondering in Nederland.
"Het aantal vrouwen dat start met borstvoeding is al niet zo groot", zegt Roorda. Bijna 70 procent van de moeders begint met het geven van borstvoeding, blijkt uit de laatste cijfers van de Rijksoverheid. Na de eerste maand is dat met 47 procent bijna gehalveerd. Vaak willen vrouwen wel doorgaan, maar lukt dat om verschillende redenen niet.
Fulltime kolven
"Vanaf ongeveer drie maanden lukte het niet meer", zegt Amy Braam. Haar dochter werd geboren met onder meer hersencystes en een hartafwijking. "Haar tongriem en lipbandje moesten gelaserd worden en ze heeft een heel klein mondje, waardoor haar hap niet zo groot was."
Omdat haar baby de borst weigerde, besloot Braam haar dochter flesjes gekolfde melk te geven. Zo wil ze met "fulltime kolven" de WHO-norm van twee jaar alsnog halen. "Ik wil dit vooral doen vanwege de gezondheidsvoordelen van borstvoeding. Voor mij ligt de druk nog hoger omdat ze ziek is. Ik wil haar het beste van mezelf geven, ook moedermelk hoort hierbij."
Het duurt ongeveer vier dagen voor de melkproductie op gang is, dus de eerste dagen is er inderdaad sprake van weinig melk.
Het Voedingscentrum noemt naast vitamines, mineralen, eiwitten, koolhydraten en vetten ook andere gezondheidsvoordelen van borstvoeding. Zo bevat moedermelk antistoffen van de moeder en kan het infectieziekten tegengaan. Een nieuwe studie van het Emma Kinderziekenhuis van Amsterdam UMC toonde onlangs aan dat er ook antistoffen tegen het coronavirus aanwezig zijn in moedermelk.
Meeste vrouwen hebben klachten
Ondanks de gezondheidsvoordelen en het advies van de WHO ligt het geven van borstvoeding of kolven ook bij gezonde moeders en baby's niet altijd voor de hand, zegt Mathijs Visser van informatieplatform Gewoonborstvoeding.nl, dat in juli het Nationaal Borstvoeding Onderzoek publiceerde. 3.700 moeders deden mee aan het onderzoek en bijna negen van de tien respondenten zeiden klachten te hebben bij het borstvoeden.
"Er zijn allerlei redenen waarom de borstvoeding niet goed lukt", zegt Visser. De meest genoemde problemen waren pijnlijke borsten en/of tepels, moeite met het aanleggen van de baby, en te weinig melkproductie. "Er zijn vrouwen die dan stoppen, maar er zijn ook vrouwen die koste wat het kost proberen om door te zetten, dus die gaan met een lactatiekundige aan de slag."
'Te weinig melkproductie zit vaak tussen de oren'
"Veel vrouwen stoppen in de kraamweek omdat ze denken dat ze te weinig melk hebben, terwijl dat in de meeste gevallen niet zo is", reageert Roorda. "Het duurt ongeveer vier dagen voor de melkproductie op gang is, dus de eerste dagen is er inderdaad sprake van weinig melk", legt ze uit. "Dat is normaal." Daarbij benadrukt Roorda het belang van goede begeleiding.
"Borstvoeding is een ingewikkeld onderwerp en vrouwen krijgen vaak niet de juiste zorg en begeleiding, terwijl die er wel is", legt Roorda uit. Ook wordt niet altijd aan de lactatiekundige gedacht, zegt ze, omdat deze zorg niet standaard wordt vergoed door de zorgverzekeraar. "De lactatiekundige zou onderdeel van de basiszorg moeten zijn, zodat iedereen daar aanspraak op kan maken."
NUjij: Uitgelichte reacties