Wetenschappers van de universiteit van Berkeley voerden hiervoor drie verschillende onderzoeken uit. De eerste omvatte een enquête, waarbij de deelnemers diverse stellingen over hun gevoelens moesten beantwoorden.

Daaruit bleek dat mensen die aangaven dat zij zich niet slecht voelen over een sombere stemming, algeheel hoger scoren op welzijn dan personen die deze donkere gevoelens niet accepteren.

Om de hypothese te bevestigen werd aan ruim 150 van de deelnemers gevraagd om een videosollicitatie van drie minuten op te nemen, waarin ze moesten vertellen over hun kwalificaties. Ze kregen twee minuten om deze opname voor te bereiden.

Nadien moesten de deelnemers vertellen hoe zij zich na deze test voelden. De groep die in het eerdere onderzoek aangaf negatieve gevoelens liever te vermijden, kreeg doorgaans meer stress door de beproeving dan de andere deelnemers.

In het laatste onderdeel van het onderzoek moesten meer dan 200 personen twee weken lang een dagboek bijhouden, waarin ze hun grootste belevenissen beschreven. Zes maanden later kregen zij een vragenlijst over hun mentale gezondheid. De groep die een slechte bui niet accepteert, zoals bleek uit de passages die zij schreven in hun dagboek, liet vaker symptomen van een stemmingsstoornis zien dan de groep die donkere gevoelens wel toelaat.

"Uit deze onderzoeken blijkt dat personen die negatieve emoties omarmen, minder snel opnieuw dit soort gevoelens ervaren. Dat leidt uiteindelijk tot een betere psychische gezondheid", stelt een professor die meewerkte aan de studie.

De wetenschappers willen nog meer onderzoek uitvoeren om de hypothese verder te bevestigen. Hiervoor willen zij bekijken welke invloed cultuur en opvoeding heeft op het accepteren van een negatieve stemming.