Dat blijkt uit onderzoek aan onder andere de University of New South Wales.

De onderzoekers bestudeerden de gegevens van 350.000 Australische vrouwen die hun eerste kind kregen tussen 1999 en 2008. Van de vrouwen had 1 procent een chlamydia-infectie voor de geboorte. Bij de meeste van hen (81 procent) werd de diagnose gesteld voor de geschatte datum van conceptie. Slechts 196 vrouwen was geïnfecteerd met gonorroe voor de geboorte.

Van alle vrouwen kreeg 12 procent een te kleine baby. Vroeggeboorte kwam bij 4 procent van de vrouwen voor en 0,6 procent kreeg te maken met een doodgeboren kindje. De onderzoekers keken naar allerlei factoren die het risico op complicaties vergroten, maar zelfs na correctie voor deze factoren bleek het effect van chlamydia en gonorroe groot.

Bij vrouwen met chlamydia was de kans op een vroeggeboorte 17 procent groter. Het risico op een doodgeboren kindje nam zelfs met 40 procent toe. Gonorroe verdubbelde de kans op een vroeggeboorte. De invloed van gonorroe op de kans op een doodgeboren kindje konden de onderzoekers niet bepalen. Voor een laag geboortegewicht vonden de onderzoekers geen verband met de soa's.

Het onderzoek liet geen verschil in effect zien voor vrouwen die chlamydia kregen meer dan een jaar voor, een jaar voor of na de conceptie. De onderzoekers benadrukken dat de studie geen oorzakelijk verband laat zien. Het is ook mogelijk dat de infectie een marker is voor vrouwen die een hoog risico hebben op complicaties. Toch lijkt het belangrijk om soa's goed in de gaten te houden, zeker rondom een zwangerschap.