Dat ontdekte gezondheidszorgpsycholoog Marie-Louise Meewisse van het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam.

Ze deed onderzoek naar de gevolgen van de vuurwerkramp in Enschede in 2000.

Meewisse keek naar de hoeveelheid van het stresshormoon cortisol in het speeksel van 95 mensen uit de wijk die destijds getroffen werd door de vuurwerkramp.

Tijdens het roken maakt het lichaam meer cortisol aan. Dat heeft een kalmerend effect, vooral bij mensen met een depressie. Tussen twee sigaretten door vertoont het lichaam van een roker onthoudingsverschijnselen.

Die leiden tot een daling in het cortisolniveau, waardoor ze eerder geneigd zijn om opnieuw een sigaret aan te steken. Dan stijgt het cortisolniveau weer. ''Al die schommelingen zouden kunnen lijden tot psychologische labiliteit en een hogere sigarettenconsumptie’’, aldus Meewisse.

Uit onderzoek onder hulpverleners bleek dat de rokers onder hen langduriger klachten ondervonden dan niet-rokers. Volgens Meewise zijn rokers over het algemeen gevoeliger voor depressies en andere psychologische klachten.

Het is volgens haar ook raadzaam om gelijktijdig een depressie en een sigarettenverslaving van een patiënt te behandelen, omdat op die manier de vicieuze cirkel doorbroken kan worden.

Direct na de vuurwerkramp in Enschede had ongeveer de helft van de omwonenden psychische klachten. Na vier jaar was dat nog 30 procent van de betrokkenen.