De kans dat de joint van de dokter binnenkort in het basispakket zit, is klein.

De cijfers komen uit een brief die minister van Volksgezondheid Edith Schippers (VVD) maandag aan de Tweede Kamer stuurde.

Ze zijn gebaseerd op de hoeveelheid wiet die de apothekers krijgen aangeleverd van het Bureau Medicinale Cannabis (BMC), onderdeel van het ministerie. Het ging vorig jaar om 102 kilo, een schamel hoopje vergeleken met de totale Nederlandse productie.

Artsen kunnen sinds 2003 cannabis voorschrijven. De mediwiet is niet erkend als officieel geneesmiddel, en daarom ook niet opgenomen in het basispakket.

Om erkend te worden als geneesmiddel moet eerst de werkzaamheid van de cannabis zijn aangetoond. Ondanks de gunstige effecten voor bepaalde groepen patiënten is de effectiviteit volgens Schippers niet wetenschappelijk aangetoond.

De minister schrijft verder dat ze niet van plan is om zorgverzekeraars aan te sporen om medicinale cannabis op te nemen in een aanvullend verzekeringspakket. Uit onderzoek van de belangenorganisatie NCSM uit 2009 blijkt dat tien van veertien onderzochte grote zorgverzekeraars het gebruik op een of andere manier vergoedt.

Hoeveel patiënten hun wiet halen bij de coffeeshop of zelf kweken is bij het ministerie onbekend. De exploitatie van het BMC is kostendekkend. De minister wil dat graag zo houden. Uitbreiding van het assortiment zit er dan ook niet in.

De mediwiet die wordt geteeld onder toezicht van de overheid, wordt gebruikt als pijnverlichting bij ziekten als reuma en MS. Ook brengt de wiet de eetlust terug bij aids- en kankerpatiënten en worden de pijn en misselijkheid bij patiënten die chemotherapie ondergaan erdoor verlicht.