De onderzoekers nemen spierweefsel af bij overledenen en spannen deze over buisjes gemaakt van polyglycolzuur. Dit is hetzelfde materiaal als wordt gebruikt bij oplosbare hechtingen.

Na acht tot tien weken lossen de buisjes op en blijft er een  perfect bruikbaar bloedvat over, aldus de wetenschappers van de universiteit van Oost-Carolina en Yale.

De aderen zijn inmiddels getest bij apen en honden. De dierenlichamen vertoonden geen afstotingsverschijnselen en de aderen werkten tenminste zes maanden naar behoren, zo blijkt uit het onderzoeksverslag dat is gepubliceerd in Science Translational Medicine.

De bloedvaten kunnen bovendien een jaar bewaard blijven in een zoutoplossing, waardoor ze op voorhand gemaakt kunnen worden.

Tot nu toe wordt voor dit soort operaties vaak gebruik gemaakt van eigen aderen van de patiënt, bijvoorbeeld uit een been. Dit brengt het risico op complicaties met zich mee en de aderen zijn ook niet altijd bruikbaar.

Men verwacht de nieuwe procedure binnenkort op mensen te gaan testen. Als dit succesvol blijkt, is hergebruik van eigen aderen voortaan niet meer nodig.