
NAM in beroep tegen aansprakelijkheid immateriële bevingsschade
"Wij zijn het principieel niet eens met deze uitkomst en gaan daarom in hoger beroep", is te lezen in een kort persbericht op de website van de NAM.
Volgens de verklaring betwist de NAM niet dat ze aansprakelijk zijn voor enkele gevallen, maar verdient de uitspraak "juridisch gezien verduidelijking". Het bedrijf wil vragen als 'waar moet een aanspraak tot vergoeding aan voldoen' beantwoord hebben, en vraagt zich ook af wat de drempel voor een vergoeding is.
In de zaak, die door advocaat Pieter Huitema namens 127 gedupeerden van de Groningse aardbevingen was aangespannen, ging het om immateriële schade zoals hoofdpijn en angst. De rechtbank in Assen oordeelde woensdag 1 maart dat NAM aansprakelijk gesteld kan worden voor een aantal van deze zaken.
Woongenot
Pieter Huitema, advocaat van de gedupeerden, eist een schadevergoeding voor zijn cliënten. De hoogte hiervan moet nog via een vervolgprocedure bepaald worden. "Deze kan uiteenlopen van 3.000 tot 30.000 euro per persoon. Experts gaan hier nog naar kijken", zei Huitema eerder tegen NU.nl.
NAM zegt vrijdag te onderzoeken of er mogelijkheden zijn om bewoners tegemoet te komen, "zonder dat ze opnieuw naar de rechtbank hoeven". Huitema laat namens zijn cliënten weten graag in gesprek te willen met de NAM. "Iedereen heeft baat bij een collectieve regeling."
Inmiddels hebben drieduizend Groningers met vergelijkbare klachten zich gemeld bij de advocaat. "We zijn de individuen aan het clusteren. De zaak is omvangrijk, dus dit neemt veel tijd in beslag."
Angst
De zaak is in februari 2014 namens 127 Groningers aangespannen. De gedupeerden stellen dat de aardbevingen hun woongenot hebben aangetast en dat sprake is van geestelijk lijden. Een aantal van die personen is vorige week door de rechtbank in het gelijk gesteld.
"Bij sommige van mijn cliënten is de angst zo groot dat ze slechter functioneren. Ook spreken ze van hinder, omdat ze constant aannemers over de vloer krijgen in verband met de schade aan hun huis. Al deze klachten zijn samengevat onder de noemer immateriële schade", aldus Huitema.
Nederlandse staat
De Nederlandse staat was ook aangeklaagd door Huitema, maar de rechtbank vond onvoldoende grond om de staat aansprakelijk te stellen. "Ze bevinden zich niet in hetzelfde maatschappelijke verkeer", verklaarde de rechtbank.
Wel werd gesteld dat de staat onrechtmatig heeft gehandeld in de periode van januari 2013 tot november 2015, omdat ondanks kennis van de aardbevingen is nagelaten de gaswinning terug te schroeven. Volgens de rechtbank onderbouwden de eisers niet dat zij geen schade hadden geleden wanneer de staat wel tot reductie was overgegaan.