De drone waarmee de beelden vermoedelijk zijn geschoten is tot vier keer duurder dan de Lily-drone. Ook zou een ervaren filmmaker betrokken zijn bij het maken van de beelden, meent de openbaar aanklager van San Francisco.

De Lily-drone is gepresenteerd als de eerste 'selfie-drone' ter wereld en zou tussen de 499 en 899 dollar gaan kosten. Het apparaat zou waterdicht zijn, op oneven terrein kunnen landen en met een 'autopiloot' mensen kunnen volgen.

Lily Robotis heeft bekendgemaakt te stoppen met het drone-project, omdat er niet genoeg geld zou zijn opgehaald om het apparaat te produceren. In totaal is er 34 miljoen dollar (32 miljoen euro) opgehaald met kickstarter. Donateurs krijgen hun geld teruggestort.

De aanklacht tegen Lily is een dag na de bekendmaking van het faillissement ingediend door de openbaar aanklager in San Francisco (SFDA), schrijft The Guardian maandag.

In de rechtbankdocumenten wordt verwezen naar een video waarin extreme sporten zijn vastgelegd. Aangegeven werd dat de beelden met een Lily waren gemaakt. Volgens de aanklager zijn de beelden gemaakt met een DJI Inspire, een niet-autonome professionele cameradrone.

Andere filmpjes zouden zijn gemaakt met een GoPro-camera die op een prototype van de Lily-drone was gemonteerd. Ook daarmee zijn mensen misleid, beweert de aanklager op basis van e-mails van het bedrijf.

De SFDA eist dat de dronemaker 2.500 dollar boete betaalt per keer dat er sprake was van misleiding. Daarmee hangt het bedrijf een totale boete van 300 miljoen dollar boven het hoofd.