Krijgen robots thuis de broek aan?
Toen de eerste auto de weg op mocht, moest er een man met een rode vlag vooruit lopen om te waarschuwen voor het gevaarlijke voertuig, bij de komst van Facebook waren we allemaal bang dat we niet meer buiten zouden komen en de eerste wasmachine zou grote sociale gevolgen hebben voor huisvrouwen.
Mensen lijken als robots geprogrammeerd zodra er een nieuwe technologie het leven dreigt te beïnvloeden. Zo is er ook weerstand tegen de robot: wat als ze een eigen wil ontwikkelen en de wereld overnemen?
Onzin, zeggen deskundigen. Robots kunnen ons prima in het huishoudens helpen. Die opmars is al ingezet en binnen een paar jaar zullen er veel meer robots in ons huis bezig zijn.
Het aanbod huishoudelijke robots is nu nog beperkt tot stofzuig-, dweil- en poetsrobots. Daarvan worden er zo'n 20.000 per jaar verkocht in Nederland, stelt iRobot, een fabrikant die al jaren actief is op de markt.
In de toekomst kunnen robots ons echter ook helpen bij koken, wassen, zorgen voor ouderen en zieken en bij zelfs bij het opvoeden van onze kinderen. Robots hoeven daarvoor niet bijzonder menselijk te worden, vindt Maja Rudinac, die het onderzoek naar service robots op de TU Delft leidt’
Menselijk
"Binnen vijf jaar zullen we de eerste robots in ons huis hebben", voorspelt zij. Het gaat dan nog om simpele versies. "Humanoids volgens pas veel later, als ze al volgen. Een robot hoeft niet menselijk te zijn, daar worden we ongemakkelijk van. We moeten ze zien als machines die ons leven verbeteren."
Socioloog Margo van Kemenade sluit zich daar deels bij aan. Ze promoveert momenteel aan de VU in Amsterdam met een zorgrobot en doet onderzoek naar hoe mensen zich verhouden tot robotica.
"Robots zullen mensen niet vervangen. Dat kunnen ze niet." Wel denkt Van Kemenade dat robots een stuk menselijker mogen worden, tot een bepaald punt. "Als ze té menselijk worden accepteren we ze niet. Daarom heeft de zorgrobot waaraan wij werken wel een menselijk gezicht, maar ook blauw haar en is hij kniehoog."
Zorg en gemak
In de zorg wordt al langer gewerkt aan en getest met robots. Deze machines kunnen ouderen die gevallen zijn in een stoel tillen, mensen met lichamelijke klachten helpen tillen en dementerenden helpen dingen te herinneren of assisteren bij het contact houden met familieleden. "Het doel is dat mensen langer thuis kunnen blijven wonen", legt Van Kemenade uit.
Ze zou zelf het liefst een robot willen die mensen kan wassen, hoewel die taak volgens haar erg complex is.
Robots zullen ook gebruikt worden voor minder noodzakelijke taken. Voor deze relatief beperkte robots met een specifieke taak zijn mensen volgens Rudinac al klaar. Ze verwacht weinig weerstand.
"Natuurlijk gaan mensen robots in huis halen voor het gemak. Je ziet nu al dat robotstofzuigers populair zijn. Mensen die ik ken roepen allemaal dat ze er een willen hebben. Dat gaat ook zo zijn met robots die het eten voor je klaarmaken of tijdens een WK-wedstrijd naar de koelkast gaan om een biertje te halen."
Volgens Rudinac is de technologie al behoorlijk ver, maar zit het probleem hem vooral nog in de prijs. Bij de TU Delft richten ze zich nu op een simpele robot van 10.000 euro. "De prijs van een auto bereiken; dat is het uitgangspunt om verder te komen."
Een ander obstakel is de softwarekant. Robots moeten zich kunnen aanpassen aan verschillende omgevingen en mensen. Ze moeten objecten en kamers herkennen en er op in kunnen spelen.
Praktijk
NU.nl testte de afgelopen weken een stofzuig- en poetsrobot van iRobot. Deze robots zijn beperkt intelligent en tasten muren en meubels af om hun weg te banen door de huiskamer. Ze maken alles vrij goed schoon, zeker als je ze dagelijks gebruikt. Bovendien kunnen ze voorgeprogrammeerd worden en herkennen ze zelf wanneer een vloer vies is.
De robots werken met sensoren en camera's. Met infrarood meten ze de afstand tot een object en gaan langzamer rijden als ze dichtbij komen. Nadeel is dat infrarood op matzwarte meubels niet weerkaatst en de robot daar hard tegenaan rijdt.
De stofzuiger komt overal in de kamer drie keer en kan aangeven als hij ergens vast zit of zijn wielen niet meer draaien. Daar houdt de intelligentie wel een beetje op. Dat is volgens iRobot, het bedrijf achter de bekende Roomba-stofzuigers, overigens geen probleem. "Ze hebben een taak en die voeren ze goed uit", aldus een woordvoerder.
Hij verwacht dat de robotstofzuigers in de toekomst beter weten waar ze in een kamer zijn. Bovendien zal het mogelijk worden tegen de stofzuiger te praten. Een menselijke robot hoeft de stofzuiger echter niet te worden.
Rudinac: "We moeten robots simpeler maken. Ze hoeven niet alles te doen, dan worden ze te complex." Dat heeft hogere kosten en gebruiksgemak als gevolg.
Sociaal
Al die robots in huis zullen ook sociale gevolgen hebben, verwacht Van Kemenade. Zo hebben huishoudelijke klusjes een sociaal doel en neemt het menselijk contact af als een robot bij een dementerende moeder kijkt of alles goed gaat in plaats van een kleinkind.
Negatief zijn die gevolgen volgens haar niet: "Mensen zoeken wel sociaal contact in een andere vorm. Iedereen zei bij Facebook ook dat we geen contact meer zouden hebben. Ik heb meer vrienden dan ooit en opa en oma kunnen met hun kinderen aan de andere kan van de wereld praten."
Ook Rudinac verwacht geen negatieve impact: "Voor de komst van de wasmachine was er een discussie over de sociale gevolgen voor huisvrouwen. Die zouden ineens te veel tijd hebben. Uiteindelijk wordt dat vanzelf opgevangen. Als robots taken van ons overnemen hebben wij meer tijd voor hobby's, ander sociaal contact of bijvoorbeeld het spelen van een muziekinstrument."
In de zorg ziet de onderzoeker robots dan ook vooral praktische handelingen van zorgverleners overnemen zoals wassen en schoonmaken. De zorgverleners hebben dan meer tijd voor echt sociaal contact met de patiënt.
Van Kemenade verwijst op haar beurt naar een robot die Japanners vergezelt aan hun sterfbed omdat veel Japanse ouderen alleen sterven. De robot heeft een menselijke hand en kan vooraf geprogrammeerde scripts voorlezen. "Ik dacht eerst: dit gaat te ver, maar als ik daar alleen zou liggen zou ik het wel weten."
Ook tegen het voorlezen van kinderen door robots heeft ze geen bezwaar: "Het is een gevaarlijke vraag, maar dat kan een robot prima overnemen." De promovendus schets een beeld van een slimme teddybeer die eigenlijk een soort verlengde van een babyfoon is. De ogen zijn dan camera's en de teddybeer kan voorlezen en antwoord geven op vragen. Ook hier vervangt de robot de ouder niet.
Toekomst
Het beeld van robots dat in films en series, die Kemenade "onze moderne sprookjes" noemt, wordt geschetst is volgens haar onjuist. "Ze gaan geen bewustzijn ontwikkelen, net als liften en auto's dat ook niet doen. En ze nemen de wereld niet over."
Rudinac stelt dat daar nog een taak voor bedrijven ligt; het onterechte beeld moet wat haar betreft ontkracht worden. "We moeten ze zien als machines zonder persoonlijkheid of mening. We stellen ook geen vragen over de robots die onze BMW's in elkaar zetten. Alle intelligentie die ze hebben is gericht om jou te helpen met een specifieke taak, zodat ze bijvoorbeeld leren welke koffie je drinkt in plaats van dat je het ze elke dag moet vertellen."