
Filmrecensie: 4 sterren voor Publieke Werken
In 1999 verscheen Publieke Werken, een lijvige historische roman van Thomas Rosenboom, over onder meer de bouw van het Victoria Hotel in Amsterdam, tegenover het Centraal Station.
Ondanks het op het eerste gezicht wat stoffige onderwerp werd het boek een bestseller en won het de Libris Literatuurprijs.
Al snel ontstond het plan het boek te verfilmen, maar de eerste producent die de rechten van het boek had zag af van het project, dat al even ingewikkeld zou worden als de bouw van het Victoria Hotel zelf.
Immers, hoe verfilm je een historische roman van bijna 500 pagina's, die zich grotendeels afspeelt op één van de drukste punten van Amsterdam? De kosten van filmen op locatie zouden ongetwijfeld oplopen zoals dat eerder gebeurde met de bouw van de Noord-Zuidlijn, op dezelfde plaats.
Verbluffend
Producent Frans van Gestel (In Oranje, Alles is Liefde) zag er wel een haalbaar filmproject in. Hij besloot, samen met regisseur Joram Lürsen (In Oranje, Alles is Liefde), de film grotendeels te draaien in Hongarije, waar de essentiële locaties van Amsterdam zouden worden nagebouwd.
Een geraffineerde digitale nabewerking van scènes die wél in Amsterdam werden gedraaid moest een naadloos beeld opleveren van het Amsterdam van 1888 en de jaren erna.
En om maar meteen met de deur in huis te vallen: dat is verbluffend goed gelukt. Je waant je als toeschouwer in het Amsterdam van dik een eeuw geleden, waar tegenover het Centraal Station het Hotel Victoria verrijst. De digitale kunstenaars van Planet X - eerder verantwoordelijk voor Borgman - hebben puik werk afgeleverd, samen met hun Hongaarse collega’s van Digital Apes.
Eigenwijze Anijs
Publieke Werken begint echter ver van Amsterdam, in het Groningse Hoogeveen, waar in de veenkoloniën grote armoede heerst. Daar heeft Christiaan Anijs (Jacob Derwig) zich met zijn vrouw Martha (Rifka Lodeizen) gevestigd als apotheker, al heeft hij daar de officiële papieren niet voor. Anijs wordt sowieso niet voor vol aangezien door de plaatselijke notabelen, die zeer te spreken waren over de vorige apotheker: de vader van Martha.
De eigenwijze Anijs maakt het zichzelf nog lastiger door als ongediplomeerd arts de arme veenarbeiders bij te staan, onder meer bij de bevalling van een verkrachte Joodse vrouw. Deze goedbedoelde hulp zal Anijs nog duur komen te staan.
In zijn nopjes
Tegelijkertijd woont in hartje Amsterdam weduwnaar vioolbouwer Walter Vedder (Gijs Scholten van Aschat) met zijn zoon Theo in een klein huisje tegenover het station. Wanneer er plannen zijn om op die plek een groot hotel te bouwen ziet Vedder zijn kans schoon: hij wijst het aanbod zijn huis voor 20.000 gulden te verkopen af en vraagt 50.000 gulden.
Hij meent een ijzersterke onderhandelingspositie te hebben, want zonder zijn huis te kopen kan projectontwikkelaar Henkenhaf zijn hotel niet bouwen. Hij weet ook zijn buurman Carstens (John Leddy) ervan te overtuigen dat deze geen genoegen moet nemen met het bod van 20.000 gulden: er valt veel meer te halen.
Zeer in zijn nopjes reist Vedder af naar zijn neef Anijs in Hoogeveen, om alvast te klinken op het fortuin dat hem ten deel zal vallen. Hij zal het gaan beleggen in olie, want dat is de brandstof van de toekomst - turf gaat eruit.
Gelukszoekers
Terwijl de onderhandelingen over de verkoop van de twee laatste panden vastlopen worden de andere panden alvast gesloopt. Buurman Carstens maakt zich steeds grotere zorgen, maar de hooghartige Vedder houdt vol dat het allemaal wel goed zal komen.
Ondertussen krijgt hij bezoek van een andere neef, Al (Walter Bart), die in Amerika zijn fortuin heeft gemaakt met de bemiddeling van emigranten. Die brengt hij voor veel geld over naar het beloofde land. Waarmee Publiek Werken een onverwacht actueel toontje krijgt: de emigranten worden zelfs "gelukszoekers" genoemd - waar hebben we dat eerder gehoord dit jaar?
Hoe dan ook, Anijs en Vedder smeden samen een plan: Vedder zal met het geld van de verkoop van zijn huis de overtocht van de Joodse veenarbeiders financieren. Zo helpen ze de arme arbeiders en worden ze er zelf beter van: Anijs loopt immers de kans voor de Tuchtraad te verschijnen wegens zijn ongekwalificeerde hulp bij een bevalling.
Mannelijk deel
Dat het allemaal minder fortuinlijk zal lopen is nauwelijks een spoiler te noemen: iedereen die het boek heeft gelezen of het Victoria Hotel eens goed heeft bekeken bij het uitgaan van Centraal Station weet dat het hotel uiteindelijk om de twee huizen heen is gebouwd. De koppigheid van Henkenhaf bleek nog groter dan die van Vedder.
Daarmee is Publieke Werken behalve een historische film vooral een tragedie over de teloorgang van twee eigenwijze mannen, Vedder en Anijs. Dat drama is wel toevertrouwd aan Scholten van Aschat en Derwig, die we van redelijk gerespecteerde mannen steeds verder ineen zien schrompelen. Derwig heeft nog de meest bizarre scène uit de film: een besnijdenisscène waarbij het mannelijk deel van het publiek ongetwijfeld plaatsvervangend naar het eigen mannelijk deel zal doen grijpen.
Levensecht
Het is misschien even wennen aan het archaïsche taalgebruik in Publieke Werken maar het populaire toontje dat in Michiel de Ruyter ("een rare snuiter") werd gebezigd had afbreuk gedaan aan de sfeer.
Rifka Lodeizen geeft sterk tegenspel aan Jacob Derwig en Frank Ketelaar heeft in zijn script op knappe wijze het boek van Rosenboom ingedikt zonder de essentie van het verhaal uit het oog te verliezen.
Maar de belangrijkste prestatie is toch dat de film een schitterend en levensecht beeld geeft van het Amsterdam van 1888 en daarmee in feite een monument op zichzelf is.