Recensie: Auschwitz-drama Son of Saul is 'belangrijke kijkervaring'
Films over de Holocaust zijn er meer. Nuit et brouillard, Shoah, Schindler's List, The Grey Zone, The Boy in the Striped Pyjamas… Filmmakers blijven ons gelukkig herinneren aan wat de uiterste consequentie van racisme en vreemdelingenhaat kan zijn. En de Hongaar László Nemes doet dat in Son of Saul op een nieuwe, heel indrukwekkende manier.
"When we emerged from Son of Saul we had a very long moment of reflection and silence", vertelde jurylid Xavier Dolan tijdens de persconferentie in Cannes. Son of Saul is beslist geen prettige kijkervaring, maar wel een belangrijke.
Nemes laat de kijker geen moment ontsnappen aan de nachtmerrie die zich nooit meer mag voordoen.

Fragment uit Son of Soul
Sonderkommano
Son of Saul begint met een uitleg van het begrip Sonderkommando. In Auschwitz werden de Joodse gevangenen die waren ingedeeld bij het Sonderkommando gedwongen tot het gruwelijkste werk: zij moeten hun medegevangenen naar de gaskamers brengen en na afloop de lijken wegslepen en de douchetegels schrobben.
Uiteindelijk, weten de leden van het Sonderkommando in Son of Saul, zullen ze zélf ook de dood in worden gedreven. Er broeien plannen voor een opstand. Saul Ausländer, een Hongaarse Jood, is echter vooral met zijn eigen missie bezig. In een van de vergaste jongens herkende hij zijn zoon - en hij zoekt een rabbijn om het kind een waardige begrafenis te geven.
Moordmachine
Die smartelijke zoektocht brengt Saul op verschillende plekken in het vernietigingskamp. László Nemes deed uitgebreide research en toont ons de gaskamers, de autopsieruimtes, de barakken waar de koffers en juwelen werden bewaard, de massagraven, de crematoria… Het is een huiveringwekkende moordmachine.
Auschwitz-Birkenau was niet het enige vernietigingskamp, maar is wel een van de bekendste. De vernietiging van mensenlevens geschiedde op industriële schaal. Geschat wordt dat er daar in de zomer van 1944 enkele duizenden Joden per dag werden vergast. Historici schatten de totale 'productie' van het kamp op één á anderhalf miljoen.
Out-of-focus
Het is niet te bevatten. Saul, en de kijker, beleven het in Son of Saul als in een waas. De naakte lichamen - op elkaar gestapeld, over de grond gesleept, opengesneden - je ziet ze meestal alleen out-of-focus. Gelukkig, zou je denken, maar eigenlijk komt het daardoor nóg harder aan. Ook de kampbewakers zie je zelden. Je hoort ze vooral: "Loss! Schneller!"
En in tegenstelling tot bijvoorbeeld een film als Schindler's List: elk overzicht ontbreekt. De kijker volgt Saul van dichtbij, in lange takes, vaak van op de rug, en beleeft het kamp zoals hij het beleeft: als één angstaanjagende chaos van geschreeuwde bevelen en permanente doodsangst. De enige logica, is dat je er hoe dan ook vernietigd zult worden.
Historisch
De film doet je, ook door het claustrofobische vierkante beeldformaat, bijna letterlijk naar adem happen. Soms is moeilijk te volgen wat er precies gebeurt of waar de gevangenen het over hebben in hun mengelmoes van Hongaars, Duits en Jiddisch - maar ook dat is onderdeel van de nachtmerrie, net als het kruis op de rug van Sauls jasje.
Twee dingen zijn vooraf goed om te weten. In één scéne zien we hoe Saul een fototoestel verstopt. Dat is een verwijzing naar de beroemde vier foto's die in augustus 1944 in het grootste geheim gemaakt werden toen Auschwitz nog in bedrijf was. Ook historisch is de opstand van het twaalfde Sonderkommando op 7 oktober 1944.
Consequent
László Nemes, hij werkt lang als assistent van regisseur Béla Tarr, is heel consequent in zijn uitgangspunten. Op de filmset golden regels: 'De film mag er niet te mooi uitzien', 'We kunnen geen horrorfilm maken', ‘We gaan nooit buiten wat Saul kan zien, horen of meemaken.' Zoveel zelfvertrouwen, dat is bewonderingswaardig voor een debutant.
In het knappe is, dat Son of Saul je niet murw slaat. Je kunt je er niet van afsluiten. Je hoort hoe de SS’ers het niet over lijken of mensen hebben, maar over 'stukken' - en de onmenselijkheid daarvan komt helemaal binnen. Je ziet de radeloze rabbijnen die Saul ontmoet en je vraagt je af tot op welk punt het geloof nog hoop kan bieden.
Beleving
Bovenal doen de twee verhaallijnen - die over Sauls zoektocht en die over de naderende opstand - je nadenken over hoe een mens zich staande houdt in zo’n hel. Kom je in verzet, ga je ten onder in wanhoop of klamp je je aan iets vast, zoals Saul doet? Is zijn missie volkomen futiel of juist het enige menswaardige? Het enige wat nog zin heeft?
Son of Saul is een film die opnieuw de vraag oproept hoe je over de Holocaust vertelt. Hoe beschrijf je iets, wat bijna iedere beschrijving tart? Niet in een gewoon film, in elk geval. Je kunt de feiten op een rijtje zetten in een documentaire. Je kunt de gebeurtenissen navertellen in fictie en dramatiseren. Son of Saul komt ontzettend dicht bij de beleving zelf.
'We zijn al dood'
Saul wordt, uitstekend, gespeeld door Géza Róhrig. Hij is eigenlijk geen acteur, maar een Hongaarse schrijver en dichter die in New York leeft. Een goede keuze: geen beroemd, maar juist een heel gewoon gezicht. Saul is geen uitzondering. Hij probeert te overleven, maar beseft maar al te goed: "We zijn al dood."
Nemes, die een deel van zijn familie in de Auschwitz verloor, zegt in interviews dat hij de film onder meer wilde maken omdat hij het frustrerend vond dat eerdere Holocaust-films zich concentreerden op de helden of de paar mensen die het al door een wonder overleefden.
Zijn indrukwekkende film gaat over de miljoenen die dat niet deden.