
NU.nl-verslaggever ziet nasleep ramp: 'Hij was 27 familieleden kwijtgeraakt'
Nick is nog in het rampgebied als we hem bellen. Hij klinkt opgetogen, ondanks de omgeving waarin hij zich bevindt.
Het begint op maandag 6 februari, de dag van de aardbevingen. "Al in de eerste fase was het gezien het aantal slachtoffers duidelijk dat het om een hele grote aardbeving ging. Een grotere aardbeving dan in 2020 en 2011", zegt Nick.
"Soms is nieuws vanuit Turkije te klein voor het Nederlandse publiek, maar nu was het klip en klaar dat de aardbevingen wereldnieuws zouden worden - een ramp die iedereen aangaat."
En een ramp die ook snel persoonlijk wordt. Nick is getrouwd met een Turkse en woont (met enkele tussenpozen) sinds 2011 in Istanboel. Hij zit dus meteen dichter op de ramp dan veel van zijn collega's in Nederland. "Het zijn m'n landgenoten. Iedereen hier kent wel iemand die daarvandaan komt of iemand die er direct door geraakt wordt."
In de eerste dagen, als Nick nog in Istanboel verblijft, wordt de omvang van de ramp al duidelijk. "Je zag gelijk dat er veel inzamelingsacties werden opgestart. Het café waar je de ene dag nog een drankje dronk, was de volgende dag een depot voor spullen die naar het noodgebied gebracht moesten worden. Het was overduidelijk hoe groot de impact van deze ramp hier is. Dat gaf voor mij ook de doorslag om te zeggen: 'Ik wil dit nieuws brengen en erbij zijn.' Voor mij was het een logische keuze. Ik zou gaan."
'In het begin voelt het een beetje als een attractie'
Al snel boekt Nick een vlucht richting het getroffen gebied, om van daaruit verslag te doen. "Dat was geen eenvoudige opgave, want al snel bleek dat heel veel vluchten en hotels vol zaten. Toen we uiteindelijk echt aan het werk gingen, was het 'al' donderdagochtend."
Nick vertrekt samen met twee journalisten van het AD in een huurauto vanuit Adana naar het getroffen gebied. "Het eerste wat we zagen, was de nog brandende haven van Iskenderun. Je hebt daar de afgelopen dagen over gelezen en opeens zie je dat in het echt. Dat komt binnen."
Hoe verder de journalisten het gebied intrekken, hoe overweldigender de impact van de ramp is. Het besef van verschrikking daalt in. "Het gaat van scheuren in pleisterwerk naar verdwenen voorgevels, en vervolgens zie je opeens de eerste ingestorte panden. In het begin voelt het een beetje als een attractie, hoe gek dat ook klinkt. Het heeft bijna iets luchtigs, je maakt er een fotootje van. Opeens begin je foto's te nemen omdat je denkt: dit moeten we laten zien. Het verschuift naar een zaak van leven of dood."
'Weer verwoestingen, weer willen mensen hun verhaal kwijt'
Vervolgens krijgt Nick ook de eerste persoonlijke verhalen te horen. "Je ziet de eerste mensen buiten zitten, zonder een dak boven hun hoofd. Dan denk je: wat gaan zij morgen doen? Volgende week? Er is niks te doen. Vervolgens kom je in het gebied waar alles verwoest is. Iedereen die bij zo'n berg puin zit, weet wie eronder liggen. En deze mensen zeggen dat dan ook gewoon tegen je."
Als buitenlandse journalist in een rampgebied heb je soms ook te maken met een gevoel van schaamte. "We zijn buitenlanders. Dat is interessant voor de mensen daar. Mensen zeggen: 'Hier liggen nog mensen onder het puin. Komt er hulp? Kunnen jullie wat doen?' Maar wij kunnen niks doen."
"Je loopt er wat vertwijfeld bij, je knikt wat en je maakt duidelijk dat je van de pers bent. Sommige mensen kunnen op die manier wel hun verhaal vertellen. Het gros van de mensen wilde dat ook. Ze wilden kwijt wat hun was overkomen. Ze wilden dat de wereld wist wat er gebeurd is."
'Ze maken de problemen hier op hun eigen manier kenbaar'
Nick ziet het leed ook met eigen ogen. "We hebben ook meegekeken bij graafwerkzaamheden. Tien minuten later komen er opeens twee lichamen onder het puin vandaan. Ze hebben al heel veel meegemaakt daar. Voor hen is de dood niet meer zo bijzonder, lijkt het. In Nederland zouden ze daar heel zorgvuldig mee omgaan. Hier vragen ze gewoon: 'Wil je een foto?' Daarbij halen ze het zeil dat de lichamen bekleedt weg."
"Ze maken de problematiek hier op hun eigen manier kenbaar. Ze wisten niet wie die mensen waren. Wie zou ze komen ophalen? De gemeente? Hulpverlening? Ze wisten het niet. Ze wilden dat de lichamen weggehaald zouden worden, voordat ze zouden ontbinden en zouden gaan stinken."
Volgens Nick uit leed zich op verschillende manieren. "Er zijn gradaties van lijden. Iemand die in Nederland of Istanboel zit en een tante is kwijtgeraakt, ervaart op zijn of haar manier even goed de impact van de aardbeving. Je hoeft het niet te zien om te beseffen hoe groot de ramp is. We spraken iemand die zijn moeder naar een dorp had gebracht voor verzorging. Hij was 27 familieleden kwijtgeraakt. Hij woonde en sliep al vijf dagen in een auto. En toch had hij een topdag, want hij kon eindelijk een keer z'n verhaal kwijt."

NUjij: Uitgelichte reacties