
Ook buiten DWDD misstanden bij publieke omroep, NPO verbreedt onderzoek
Bij Mores kunnen mensen grensoverschrijdend gedrag binnen de podium-, film- en televisiesector melden. Het meldpunt gaat de commissie adviseren die het onderzoek uitvoert, schrijft de NPO in een persbericht.
Vanwege de nieuwe meldingen krijgt de commissie het verzoek het onderzoek te verbreden en dus niet alleen DWDD en BNNVARA te behandelen. De vertrouwenspersonen van Mores blijven beschikbaar voor medewerkers die een melding willen doen over grensoverschrijdend gedrag.
Deze vrijdag gingen NPO-baas Frederieke Leeflang, staatssecretaris Gunay Uslu (Media) en regeringscommissaris grensoverschrijdend gedrag Mariëtte Hamer met elkaar om de tafel.
Vorige week vrijdag raakte DWDD-presentator Matthijs van Nieuwkerk in opspraak door een artikel in de Volkskrant. Daarin werd onthuld dat er tussen 2005 en 2020 een angstcultuur heerste bij het programma. Die werd mede veroorzaakt door extreme woede-uitbarstingen van Van Nieuwkerk. Volgens de krant zijn vele medewerkers door hem toegeschreeuwd, vernederd en geïntimideerd.
Van Nieuwkerk heeft inmiddels de samenwerking met BNNVARA verbroken. De programma's die hij voor de NTR maakte rond de Top 2000 gaan niet met hem door.
NPO blijft ondanks advies over verklaring Van Nieuwkerk formele opdrachtgever
Maandag kondigde de NPO aan dat er een onafhankelijk onderzoek komt naar de werkcultuur bij DWDD. De raad van bestuur van de NPO is de formele opdrachtgever van het onderzoek.
Dat is opmerkelijk, aangezien NPO-bestuurders Frans Klein en Leeflang presentator Van Nieuwkerk adviseerden voordat die zijn eerste verklaring over het ongewenste gedrag gaf. Dat schrijft de Volkskrant vrijdag.
Toch vindt de NPO zelf dat de publieke omroep de opdrachtgever van het onderzoek kan blijven. De omroep schrijft in een persbericht dat de commissie die het onderzoek gaat uitvoeren onafhankelijk is. Deze zal bestaan uit vier of vijf personen. Ook staan twee onafhankelijke adviseurs de commissie bij.
Volg dit onderwerp
Onderzoek wordt uitgevoerd in twee delen
Het eerste deel van het onderzoek spitst zich toe op de "systematische oorzaken" van grensoverschrijdend gedrag. Voorbeelden zijn "de competitieve omgeving, gedrag en instelling en het effect van tijdelijke contracten en het werken met freelancers". Dit deel van het onderzoek moet volgens de NPO leiden tot concrete aanbevelingen voor de toekomst.
Het tweede deel van het onderzoek richt zich op het grensoverschrijdende gedrag zelf. Daarbij gaat het erom in welke vorm er sprake was van grensoverschrijdend gedrag, welke signalen er waren en wat er met die signalen is gedaan.
Staatssecretaris Uslu vindt het een "verstandige zet" dat een onafhankelijke commissie de formele opdracht geeft voor het onderzoek en de voortgang overziet. Volgens de bewindsvrouw is de NPO de "aangewezen partij" om een onderzoek in gang te zetten. Op haar verzoek wordt ook het Commissariaat voor de Media hierbij betrokken.
De uitkomsten van het onderzoek komen naar verwachting in de eerste helft van 2023.
NUjij: Uitgelichte reacties