Volgens vakbond FNV zijn woensdag zo'n achtduizend medewerkers vanuit het hele land met bussen naar Utrecht gekomen om daar te demonstreren. Dat aantal staat gelijk aan ongeveer 10 procent van het totale aantal mensen dat bij sociale werkplaatsen werkt. Ze eisen een loonsverhoging van 10,15 procent en een verdubbeling van de reiskostenvergoeding.

Het personeel bij de sociale werkvoorzieningen is in dienst van gemeenten. Die willen best ingaan op de eisen van de actievoerders. "Maar het gaat om gesubsidieerde arbeid", zegt een woordvoerder van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). "En dat betekent dat het Rijk geld moet vrijmaken."

Maar het Rijk zegt dat gemeenten en branchevereniging Cedris een akkoord moeten sluiten met de bonden en dat het zelf geen partij is in de onderhandelingen. De VNG kaatst de bal weer terug en zegt dat ze pas een nieuw akkoord wil sluiten als het Rijk geld heeft toegezegd. Vermoedelijk komt pas na de zomer duidelijkheid over hoeveel geld de politiek wil vrijmaken.

Dat de gemeenten en het Rijk naar elkaar wijzen, kan op weinig begrip van de vakbond rekenen. "Deze werknemers verdienen slechts het minimumloon en de dagelijkse boodschappen kunnen ze nauwelijks betalen", zegt FNV. De bond zegt de komende tijd meer acties te voeren om de loonsverhoging af te dwingen.