Consumenten hebben net als in de voorgaande maanden meer uitgegeven aan diensten, maar minder aan goederen. Dat komt vooral doordat de niet-essentiële winkels en de dienstensector vorig jaar nog kampten met strenge coronamaatregelen. Horeca, bioscopen, theaters en musea moesten destijds bijna de hele maand hun deuren sluiten.

Aan diensten als telefoon- en internetabonnementen, verzekeringen, kappersbezoek of een bezoek aan een voetbalwedstrijd of restaurant gaven consumenten 12,2 procent meer uit. Bij voedingsmiddelen, dranken en tabak gaat het juist om een min van 5 procent. Wel besteedden consumenten 5,3 procent meer aan duurzame goederen. Vooral meer kleding, textiel, schoenen en elektrische apparaten werden aangeschaft.

Aan overige goederen gaven ze 3,1 procent minder uit. Huishoudens hebben bezuinigd op het energieverbruik, aangezien het in januari iets minder koud was dan een jaar eerder. Consumenten hebben wel meer besteed aan motorbrandstoffen en persoonlijke verzorging.