Een inflatie van 8 procent betekent dat producten en diensten gemiddeld 8 procent duurder zijn dan een jaar eerder. Het inflatiecijfer is iets hoger dan in januari: toen daalde de inflatie nog naar 7,6 procent.

In januari waren de prijzen dus iets minder toegenomen dan vorige maand. De inflatie was toen fors lager dan in de maanden ervoor; zo bedroeg de inflatie in december nog 9,6 procent.

Dat heeft te maken met de prijzen van gas, elektriciteit en ook benzine. Die liepen vorig jaar hard op, maar dalen de laatste tijd juist. Ook in februari namen de energieprijzen verder af ten opzichte van januari.

Toch is het inflatiecijfer in februari dus weer iets toegenomen. Dat kwam doordat de boodschappen opnieuw duurder werden. De gemiddelde prijstoename van producten in de supermarkten bedroeg vorige maand 15,1 procent, tegen 14,5 procent in januari.

Om het Nederlandse inflatiecijfer te kunnen vergelijken met andere Europese landen, deelt het CBS ook inflatiecijfers volgens de Europese meetmethode. Die methode neemt bijvoorbeeld de huurprijzen niet mee in de berekening. De inflatie komt dan uit op 8,9 procent.