
Nieuwe pensioenwet zit nog vol onduidelijkheden
Wat gaat er precies veranderen?
De belangrijkste verandering in het nieuwe stelsel is dat iedereen een eigen pensioenpotje heeft. Hoe groot dit potje wordt, gaat veel meer afhangen van hoeveel je zelf hebt ingelegd. Dit moet het nieuwe stelsel - dat gaat over het aanvullende pensioen dat je boven op de AOW krijgt - eerlijker maken.
Nu leggen jongeren nog meer in dan ze aan pensioen krijgen, terwijl ouderen juist iets meer krijgen dan ze hebben ingelegd. Simpel gezegd kun je stellen dat jongeren relatief veel meebetalen aan het pensioen van hun oudere collega's. Het kabinet wil daarvan af. Dat levert vooral voor veertigers een probleem op, maar daarover later meer.
De overgang naar het nieuwe stelsel betekent dat de totale pensioenpot van alle Nederlanders - dat is 1.500 miljard euro - moet worden verdeeld in miljoenen kleine persoonlijke potjes. Op dit moment is nog niet duidelijk hoe de fondsen dit geld moeten verdelen.
Er zijn wel allerlei methodes en scenario's in ontwikkeling, maar welke methode de fondsen uiteindelijk moeten toepassen wordt later pas bepaald. Veel oppositiepartijen in de Tweede Kamer zijn daar niet gelukkig mee. Ze debatteren liever eerst over hoe de 1.500 miljard euro wordt verdeeld voordat ze eventueel akkoord gaan.
Waarom is er dan toch een meerderheid voor het nieuwe stelsel?
Het kabinet heeft water bij de wijn moeten doen, omdat het plan anders dreigde te stranden in de Eerste Kamer. GroenLinks en PvdA zijn overstag gegaan na toezeggingen dat het kabinet iets gaat doen aan de vele werkenden die geen pensioen opbouwen.
Zo gaan jongeren al vanaf achttien jaar sparen voor hun pensioen. Dat is nu nog 21 jaar. Ook bouwen uitzendkrachten straks vanaf het begin van een dienstverband pensioen op, in plaats van pas na enkele maanden. Dit is vooral belangrijk voor wie via een uitzendbureau werkt en vaak van werkgever wisselt.
Als derde maatregel geldt dat zzp'ers een groter deel van hun inkomsten belastingvrij opzij mogen zetten voor hun oude dag. Er is afgesproken dat er over vijf jaar nog maar 450.000 werkenden zijn die geen pensioen opbouwen. Dat zijn er nu meer dan een miljoen.
Krijg ik door het nieuwe stelsel meer of minder pensioen?
Dat is dus nog niet bekend, omdat het onduidelijk is hoe het totale pensioenvermogen wordt verdeeld over de verschillende potjes. Toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) zei eerder dat Nederlanders er in het nieuwe stelsel "grosso modo" op vooruitgaan. Maar minister Carola Schouten (Pensioenen) stelt ook dat er onzekerheden zijn.
Wat is nou het probleem met die veertigers?
Die dreigen tussen wal en schip te vallen. Dat komt doordat ze de afgelopen jaren als jongeren relatief veel geld hebben ingelegd. Maar zoals eerder vermeld gaat een groot deel daarvan naar ouderen. In het oude stelsel zouden deze veertigers van deze constructie profiteren naarmate ze ouder worden, doordat de nieuwe generatie jongeren dan voor hen zou inleggen. Maar door de invoering van het nieuwe stelsel gebeurt dat niet.
Het kabinet heeft al toegezegd deze groep te compenseren. Maar het is helemaal niet duidelijk waar dat compensatiegeld vandaan moet komen en wie daar de dupe van wordt. Ook dit leidde tot irritatie bij veel oppositiepartijen.
Hoe gaat het nu verder?
Als de Tweede Kamer vandaag inderdaad akkoord gaat, gaat de wet naar de Eerste Kamer. Die praat hier in januari over. De hoop is dat ook daar snel een akkoord volgt. Hierdoor zou de wet al medio 2023 kunnen ingaan. De pensioenfondsen hebben dan nog tot 2027 om over te gaan naar het nieuwe stelsel en om te bepalen hoe ze hun vermogen verdelen over de miljoenen persoonlijke potjes.
Het is de vraag of alle pensioenfondsen dat gaan halen. Uit onderzoek van adviesbureau BDO bleek onlangs dat een op de drie fondsen twijfelt of het wel genoeg tijd heeft om alles in orde te maken. Het lijkt er dus op dat het laatste woord over het nieuwe pensioenstelsel nog niet is gezegd.
NUjij: Uitgelichte reacties