
Ook als je onder het prijsplafond blijft, moet je soms hogere tarieven betalen
Op 1 januari gaat het prijsplafond van het kabinet in. In principe zou dit betekenen dat je nooit meer betaalt dan 0,40 euro voor een kilowattuur stroom en 1,45 euro voor een kuub gas, zolang je komend jaar niet meer verbruikt dan 2.900 kilowattuur elektriciteit en 1.200 kuub gas. Maar dat blijkt toch niet in alle gevallen op te gaan.

Hoe werkt het energieplafond?
Dit komt door de jaarafrekening. Hierbij wordt je werkelijke verbruik verrekend met de voorschotten die je al hebt betaald. Vaak vindt deze jaarafrekening plaats in de loop van het jaar.
Volg nieuws over de kostencrisis
Maximum vóór en na jaarafrekening
In praktijk betekent het dat je een maximumverbruik hebt voor de periode van 1 januari tot het moment van de jaarafrekening en voor de periode vanaf de jaarafrekening tot 31 december. Kom je in een van die periodes boven je maximum uit, dan ga je voor dat extra verbruik het hogere tarief van je energiecontract betalen. Daarbij is het niet van belang of je in de andere periode onder het maximum blijft.
Een rekenvoorbeeld. Stel: je eindafrekening is op 13 april. Dan mag je volgens het prijsplafond tussen 1 januari en 13 april 976 kilowattuur stroom gebruiken en vanaf dat moment tot het einde van het jaar 1.924 kilowattuur.
Als je werkelijke verbruik tot 13 april 1.100 kilowattuur is en na 13 april 1.750 kilowattuur, blijf je met je totale verbruik onder de 2.900 kilowattuur. Toch moet je over een deel van je verbruik het hogere tarief betalen, omdat je in de periode voor je eindafrekening 124 kilowattuur meer hebt verbruikt dan het plafond. Dat je dat in de rest van het jaar hebt gecompenseerd, doet er niet toe.
Bij het bepalen van het maximale verbruik voor een bepaalde periode is er rekening mee gehouden dat je in koudere maanden meer verbruikt dan in warme periodes. Daardoor mag je in de eerste maanden van het jaar veel verbruiken en ligt het maximale verbruik in de lente en de zomer wat lager. In het najaar wordt het weer wat hoger.
Het ministerie zegt dat het de jaarafrekening op een of andere manier in de systematiek moet verwerken en daardoor niet kan voorkomen dat sommige zuinige huishoudens toch deels hogere tarieven moeten betalen.
Deze systematiek is vooral van belang voor huishoudens die hogere tarieven betalen dan de tarieven van het prijsplafond. Wie nog een doorlopend contract met lage tarieven heeft, zal er weinig van merken.
NUjij: Uitgelichte reacties