De vogelgriep komt normaal gesproken alleen in de koudere seizoenen voor. Dit jaar werden voor het eerst ook in de zomer besmettingen vastgesteld. Als zo'n besmetting is vastgesteld bij een bedrijf, dan zorgt de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) er samen met bijvoorbeeld dierenartsen, transportbedrijven en gemeenten voor dat de dieren worden gedood en weggebracht.

De eerste besmetting met het huidige virus - genaamd H5N1 - werd op 26 oktober 2021 vastgesteld in Zeewolde. Sindsdien zijn er 98 uitbraken geweest op bedrijven met meer dan vijftig vogels. De grootste uitbraak werd donderdag vastgesteld: bij een bedrijf in het Limburgse Heythuysen moeten 300.000 leghennen worden geruimd.

Dat betekent dat sinds oktober vorig jaar in totaal 4,7 miljoen vogels geruimd moesten worden omdat ze leefden op een bedrijf waar een besmetting was vastgesteld. Nog eens 1,1 miljoen dieren werden geruimd omdat er sprake was van 'riskant contact' met een bedrijf waar een uitbraak was. Ter vergelijking: tijdens de uitbraak in 2003 ging het om 255 besmette locaties en ruim 30 miljoen geruimde dieren.

De NVWA benadrukt dat hobbylocaties met minder dan vijftig vogels niet zijn meegenomen in deze cijfers. Ook wilde vogels, die ook zwaar te lijden hebben onder deze uitbraak, zijn niet meegerekend.

"Het zijn ingrijpende gebeurtenissen, voor de vele dieren die geruimd worden, voor de pluimveehouders, voor hun familie en omgeving, en ook voor de betrokken medewerkers van bedrijven die de ruimingswerkzaamheden mede uitvoeren", zegt de NVWA.

De huidige vogelgrieppandemie is de grootste ooit in Europa. Volgens de recentste data van het ECDC zijn inmiddels meer dan 48 miljoen besmette en gezonde vogels geruimd in 37 Europese landen.

In Nederland geldt momenteel een ophok- en afschermplicht voor pluimvee en andere vogelsoorten. Ondertussen wordt er nog meer ingezet op het voorkomen van besmettingen. Zo wordt er versneld gewerkt aan een vaccin. Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Piet Adema schreef vorige week in een Kamerbrief dat "deze situatie niet houdbaar is". "Niet voor de dieren, niet voor de pluimveehouders, niet voor de maatschappij."