
Wegenbelasting in zes provincies omhoog, autorijders in Groningen het duurst uit
De wegenbelasting - ook wel motorrijtuigenbelasting genoemd - betaal je zowel aan het Rijk als aan de provincie. Automobilisten zijn er naar verwachting dit jaar in totaal 6 miljard euro aan kwijt. 4,2 miljard daarvan gaat naar het Rijk en 1,7 miljard naar de provincies.
Daarmee zijn Nederlandse autorijders in totaal iets minder kwijt aan wegenbelasting dan vorig jaar. Dit komt onder meer doordat kopers vaker hebben gekozen voor een elektrische auto in plaats van eentje op benzine of diesel. Elektrische rijders betalen minder of geen wegenbelasting.
Zoals gezegd hebben zes van de twaalf provincies hun tarieven voor dit jaar verhoogd. Het gaat om relatief bescheiden verhogingen van minder dan 2 procent. Behalve in Utrecht: daar stijgt het tarief met ruim 3 procent. In vijf andere provincies blijft de wegenbelasting hetzelfde. Alleen Zeeland verlaagt zijn tarief.
In Groningen betalen autorijders het meest. Wie in die provincie een benzineauto met een gewicht van 1.200 kilogram heeft, betaalt dit jaar 640 euro. Het goedkoopst is Noord-Holland, waar je voor hetzelfde voertuig 568 euro betaalt.
Verbetering: In een eerdere versie van dit artikel stond dat Drenthe de duurste provincie was. Dat moest Groningen zijn en is intussen aangepast.