
Buitenlandse toerist weet de weg naar Nederland nog lang niet te vinden
We gingen wel vaker op vakantie in eigen land, maar dat maakte het gebrek aan buitenlandse toeristen niet goed. "Het totaal blijft nog achter", zegt econoom Maarten Bloem van het CBS. "Met bijna 40 procent vergeleken met 2019."
Vakantiegangers uit andere landen komen maar mondjesmaat. "Vooral vliegen doen ze niet, dus er komen geen mensen uit verre landen, maar bijvoorbeeld ook niet uit het Verenigd Koninkrijk."
Met Noord-Holland en Amsterdam voorop, krijgen vooral de van oudsher juist populaire bestemmingen voor toeristen van ver dan ook de grootste klappen. "Die moeten het ook veel meer hebben van hotelgasten en minder van huisjes en campings."
En dat zijn juist de accommodaties waar Nederlanders op vakantie in eigen land dan weer wel graag verblijven. Zo wisten campings en huisjes de schade beperkt te houden omdat Nederlanders die verkiezen boven een hotel.
In het tweede kwartaal boekten in totaal 7,3 miljoen Nederlanders een verblijf in eigen land, bijna evenveel als in 2019.
Nederlanders houden van campings en Zeeland
Nederlandse toeristen hebben niet alleen een voorkeur voor bepaalde type accommodaties, maar ook voor bepaalde provincies.
Zeeland en Friesland wisten qua provincies het best het hoofd boven water te houden. "Dat zijn ook typisch bestemmingen die niet zo afhankelijk zijn van toeristen die met het vliegtuig komen."
Vooral Zeeland wist veel meer Nederlandse bezoekers te trekken. Met meer dan 650.000 bezoekers waren dat er 70 procent meer dan in 2019. In Friesland ging het om 496.000 toeristen, 10 procent meer dan in 2019. Met name Zeeland is ook geliefd bij de Duitse toerist. Uit de buurlanden komen in beperkte mate toeristen met de auto de grens over.
Vorig jaar kenden de Nederlandse accommodaties zoals de campings en huisjes een recordzomer. "Kamperen was toen een topper, dankzij de topzomer. We hebben nu een hele andere zomer", constateert Bloem.
NUjij: Uitgelichte reacties