
Kabinet trekt 146 miljoen euro uit voor schuldhulpverlening
Het kabinet verwacht dat door de uitbraak van COVID-19 en de economische gevolgen daarvan in de komende tijd meer mensen in de schulden raken. Het gaat om onder anderen jongeren, flexwerkers en ondernemers met weinig reserves.
Momenteel duurt het relatief lang voordat een gemeente, die met de schuldhulp belast is, met schuldeisers een akkoord over de aflossing van dergelijke schulden bereikt. Dat verergert de problemen.
Een aantal gemeenten werkt sinds enige tijd met collectieve afspraken, wat de schuldhulp ten goede komt. Met het geld dat het kabinet nu heeft vrijgemaakt, moeten meer gemeenten met deze vorm van hulp aan de slag gaan.
Ook komt er een waarborgfonds van 30 miljoen euro. Dit fonds moet het voor gemeenten makkelijker maken om saneringskredieten te gebruiken. Hierbij schieten gemeenten het af te lossen bedrag gedeeltelijk voor en wordt de restschuld kwijtgescholden. Zo houden mensen alleen de gemeente als schuldeiser over en krijgen ze meer grip op hun eigen financiële situatie.
Daarnaast gaan belangrijke schuldeisers, zoals uitkeringsinstantie UWV en de Belastingdienst, mensen met schulden actiever wijzen op de mogelijkheid tot uitstel van betaling. Ook wil het kabinet dat huisartsen en de jeugdgezondheidszorg een rol krijgen bij het signaleren van schuldproblemen.