
'Oligarch Abramovich voerde verdachte betalingen uit via ING'
Abramovich heeft via zijn bankrekeningen bij ING veelvuldig geld heen en weer gesluisd tussen zijn eigen brievenbusfirma's, zo ontdekte Deutsche Bank, die voor ING dollartransacties afhandelt.
Door het op één dag heen en weer sturen van grote sommen geld van en naar bedrijfjes in belastingparadijzen als Cyprus en de Britse Maagdeneilanden is het lastig om de oorsprong van dat geld te achterhalen.
In 2016 zou Abramovich op deze manier een vijfde van zijn toenmalige geschatte vermogen via ING hebben verplaatst.
Deutsche Bank beschouwde de transacties als verdacht omdat de betalingen een rond bedrag vormden, op dezelfde dag over en terug werden geboekt en geen duidelijk economisch doel dienden.
Een Amerikaanse bank stelde ING in 2016 al vragen over de transacties, maar tot in 2017 kon Abramovich dit soort betalingen uitvoeren.
Abramovich, een vriend van de Russische president Vladimir Poetin en eigenaar van de Engelse voetbalclub Chelsea, ontkent dat hij betrokken is bij witwassen en dat de transacties onderdeel zijn van een interne herstructurering.
FinCEN Files onthullen witwaspraktijken banken
Ruim 2.500 documenten van de Amerikaanse antiwitwascel FinCEN zijn zondag uitgelekt. De geheime documenten tonen aan hoe banken hun klanten jarenlang hielpen bij het wegsluizen en witwassen van verdacht geld.
Onder meer vermeende misstanden binnen de Britse bank HSBC, ING, Deutsche Bank, J.P. Morgan en Barclays Bank komen aan het licht.
Uit de documenten blijkt onder meer dat twee Nederlandse bedrijven mogelijk miljarden illegale dollars hebben weggesluisd uit Rusland. Rijke Russen konden zo in het geheim hun geld naar het Westen verplaatsen. Een dochteronderneming van ING in Polen speelde daarbij een belangrijke rol
Meer dan honderd mediaorganisaties in ruim 88 landen, waaronder Trouw, Het Financieele Dagblad en onderzoekscollectief Investico, publiceerden zondag tegelijkertijd de bevindingen uit de documenten. De documenten werden gelekt naar nieuwssite BuzzFeed en daarna gedeeld met het International Consortium of Investigative Journalists (ICIJ).