Nederland telt 66.000 van dit soort kleine en middelgrote bedrijven. Daarvan maakten er 21.000 gebruik van de mogelijkheid om later belasting te betalen.

Van de bedrijven met twee tot tien medewerkers (microbedrijven) vroeg en kreeg 12 procent uitstel en van de eenmanszaken 5 procent. De Belastingdienst verleende ondernemingen tussen 1 april en 12 juni uitstel van vennootschapsbelasting, loonheffingen en omzetbelasting, maar ook van de inkomstenbelasting en de bijdrage aan de Zorgverzekeringswet.

Horecazaken zijn met afstand de sector die het vaakst een beroep deed op de regeling. Bijna 60 procent betaalt dit jaar later belasting vanwege de coronacrisis. Financiële dienstverleners doen dat het minst vaak: slechts een op de zeven.

Bedrijven die uitstel van belasting aanvroegen, maakten in veel gevallen ook gebruik van andere steunmaatregelen. Het ging daarbij vaak om de verruimde Borgstelling MKB-kredieten, die middelgrote en kleine bedrijven de mogelijkheid biedt eerder en sneller geld te lenen bij de bank.