
'Middeninkomens hardst geraakt door leenstelsel voor studenten'
Volgens de belangenclub van studenten is de aanvullende beurs te smal en te laag. "In een nieuw systeem van studiefinanciering is verbreden én verhogen van de aanvullende beurs daarom het absolute minimum", aldus Kees Gillisse, voorzitter van het ISO.
Uit het onderzoek blijkt dat vooral studenten van ouders die een gezamenlijk toetsingsinkomen hebben van tussen de 49.000 euro en 69.000 euro erop achteruitgaan. Die studenten ontvangen jaarlijks 700 tot 1.200 euro minder aan ouderbijdrage en aanvullende beurs.
"Deze groep studenten met ouders met middeninkomens wordt het hardst geraakt", aldus Gillesse. "Deze studenten ontvangen in totaal gemiddeld minder en een significant deel ontvangt helemaal geen ouderbijdrage. Aangezien een nominale studie vier jaar duurt, lopen die bedragen flink op."
Uit het onderzoek zou verder blijken dat studenten met ouders die gezamenlijk meer dan 100.000 euro per jaar verdienen, "substantieel" meer financiële steun krijgen dan andere studenten. Ouders kunnen bijvoorbeeld de verzekering of ziekte- en zorgkosten betalen voor hun kinderen.
Het leenstelsel werd in september 2015 ingevoerd en in eerste instantie was men vooral bezorgd over de gevolgen voor lagere inkomensgroepen. In dit stelsel verdween de basisbeurs en kunnen studenten per maand geld lenen. Afhankelijk van het inkomen van de ouders krijgen studenten nog een aanvullende beurs.
NUjij: Uitgelichte reacties