
Door alle windmolenparken wordt het dringen op de Noordzee
Hoe groot zijn de plannen?
In totaal wordt het komende decennium voor bijna 10.000 megawatt aan windmolens in het Nederlandse deel van de Noordzee geplaatst, verspreid over twaalf windparken.
Opgeteld bij de huidige windmolens zal er dan voor 11.000 megawatt aan offshore-windmolens staan. Ter illustratie: één windpark zal naar verwachting al net zoveel stroom produceren als ruim een miljoen huishoudens jaarlijks verbruiken.
Hoe belangrijk zijn de plannen?
Erg belangrijk. Op weg naar een economie die veel minder broeikasgassen uitstoot, wil de overheid dat in 2030 70 procent van alle elektriciteit en 37 procent van alle energie uit hernieuwbare bronnen komt
De zee is helemaal niet leeg
En als alle windmolens op zee in 2030 draaien, produceren ze jaarlijks ongeveer 40 procent van het totale stroomverbruik. Van het gehele energieverbruik gaat het om 8,5 procent. Een aardige slok op een borrel.

Zo ziet een windmolen er aan de binnenkant uit
Hoeveel kost dit?
Een stuk minder dan verwacht. Toen de plannen enkele jaren terug werden gepresenteerd, dacht het ministerie van Economische Zaken nog 18 miljard euro subsidie nodig te hebben. Toen verwachtte men al wel dat in de toekomst minder subsidie nodig zou zijn.
Maar ondertussen zijn de kosten flink gedaald, onder meer door de opzet die het ministerie van Economische Zaken had bedacht. Energiebedrijven en investeerders hoeven namelijk zelf geen geld meer te steken in voorbereidend werk omdat de overheid dat doet. Dit is een van de redenen waarom die bedrijven verwachten de windmolens eigenlijk subsidieloos te kunnen bouwen. Bij de laatste gunning is zelfs afgesproken dat Vattenfall een vergoeding van 2 miljoen euro per jaar gaat betalen voor gebruik van de grond.
Maar de overheid moet nog wel kosten maken. Zo financiert netbeheerder TenneT de aansluiting van het windpark op het energienet op land. Hier heeft het staatsbedrijf 4 miljard euro voor gereserveerd. Uiteindelijk wordt dit door energieverbruikers betaald via de Opslag Duurzame Energie op de energierekening. Dus er is eigenlijk wel subsidie nodig, concludeerde de Algemene Rekenkamer eerder.
Maar hoogleraar windenergie Gerard van Bussel van de TU Delft nuanceert dit. Hij legt uit dat dezelfde regeling ook geldt voor andere projecten. Aansluitingen die TenneT doet voor bedrijven en andere energieprojecten worden op min of meer dezelfde manier gefinancierd.
Als het zoveel goedkoper is geworden, kunnen we dan niet gewoon alle windmolens op zee plaatsen?
Het Nederlandse deel van de Noordzee is groot, maar wordt ook al veel gebruikt. "De zee is helemaal niet leeg", zegt Van Bussel. Eerder waarschuwde het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) al dat het door alle windmolenparken dringen wordt in de Noordzee.
De afkoopsom voor het niet bouwen van zo'n park is relatief laag
Zo is er de drukke scheepvaart, zijn er vissersboten, kabels, pijpledingen en neemt de olie- en gaswinning ruimte in. Verder zijn er nog natuurgebieden, wordt er aan zandwinning gedaan en heeft Defensie oefengebieden."De kunst is nu juist om die belangen zoveel mogelijk te stroomlijnen. En dat is lastig, hoor."
Het lijkt alsof het behalen van de doelstelling een makkie is. Klopt dat?
Niet helemaal. Als alles gaat zoals gepland, is er niks aan de hand. Maar de ontwikkelaars van die windparken lopen een risico en vooral nu er geen subsidie is voor de geproduceerde stroom.
"Dat betekent dat de ontwikkelaar en uiteindelijk de partij die gaat produceren, een risico neemt", zegt Van Bussel. "Want het kan natuurlijk zo zijn dat zij zich vergissen in wat zij denken dat de prijs voor elektriciteit over tien of vijftien jaar is."
Zo zorgen het toenemende aandeel wind- en zonne-energie ervoor dat de prijs van stroom daalt op dagen dat het zonnig is en veel waait. Waarschijnlijk komen er ook dagen waarop er meer groene stroom wordt geproduceerd dan wordt verbruikt. "Dan kan je dus al tegen het probleem aanlopen dat je gewoon je elektriciteit voor niks moet verkopen. Dat risico nemen ze kennelijk."
"Wat er parallel moet gebeuren - en daar hamert de branche ook op - is dat de vraag naar elektriciteit verhoogd moet worden." Zo kan bijvoorbeeld worden ingezet op het elektrificeren van industrie, elektrisch vervoer, opslag en mogelijk op de lange termijn de productie van waterstof.
En er zit nog een addertje onder het gras als het gaat om de bouw van de windparken, merkt Van Bussel op. De ontwikkelaars kunnen op een later moment namelijk alsnog afzien van de bouw van zo'n park. "De afkoopsom voor het niet bouwen van zo'n park is relatief laag", zegt de hoogleraar.