
Achtergrond Waarom is de spaarrente zo laag? (En hoe lang duurt dat nog?)
De rente die klanten van de grote Nederlandse banken over hun spaargeld krijgen, daalt al jaren. In oktober vorig jaar halveerden de 'grote drie' - ING, ABN AMRO en de Rabobank - hun variabele tarief van 0,1 naar 0,05 procent.
ING kruipt daar nu dus nog wat verder onder. Triodos Bank hanteert al een tijdje een tarief van 0 procent; daar levert sparen momenteel dus echt helemaal niets op. Hoe komt het dat de rentetarieven al zo lang en zo diep dalen?
Het komt voor een deel door de ECB
Dat de rente zo laag staat, komt vooral door het beleid van de Europese Centrale Bank (ECB). Die leent zelf geld uit aan banken in de hele eurozone en berekent daar rente over. De ECB houdt het rentetarief al sinds de economische crisis opzettelijk laag, met als doel de investeringen in de eurozone aan te jagen.
Het idee is dat het voor banken aantrekkelijk wordt om geld bij de ECB te lenen en het vervolgens zelf weer uit te lenen aan bedrijven en particulieren die het investeren.
De ECB heeft nog een ander middel waarmee ze het rentebeleid van Europese banken kan beïnvloeden: de depositorente. Dat is het tarief dat de ECB aan Europese banken betaalt als ze er geld stallen. Die depositorente is ook al heel lang laag, en nu zelfs 0,4 procent negatief.
Het kost banken dus geld om tegoeden van hun spaarders bij de centrale bank te 'parkeren'. Banken hebben daardoor dus weinig aan het spaargeld van hun klanten en willen er weinig rente over betalen.
Maar ook een beetje door de babyboomers
Overigens is het ECB-beleid niet de enige verklaring voor de lage rente. Die zat al ver voor de economische crisis in de een dalende lijn, met wat ups en downs is dat eigenlijk al sinds de jaren negentig van de vorige eeuw zo.
Een deel van de verklaring daarvoor is te vinden in de leeftijdsopbouw in de meeste Europese landen. De grote groep babyboomers consumeert de laatste decennia minder en zet meer geld weg. En de groep die nu de grote aanjager van consumptie zou moeten zijn, is met name in West-Europa relatief klein, doordat het geboortecijfer steeds lager wordt.
Maar waarom wijzigt de ECB dat beleid dan niet?
De ECB zal vroeg of laat iets aan de situatie van minimale rentes willen doen, maar is huiverig om al te grote schokken te veroorzaken op de markt. De angst is groot dat die vooral in zuidelijke lidstaten allerlei niet te overziene risico's met zich meebrengen. Verandering van het beleid gaat daarom in kleine stapjes.
Momenteel wordt het opkoopprogramma van staatsobligaties geleidelijk afgebouwd. Dat programma was een andere methode die de ECB de afgelopen jaren hanteerde om de economie in de eurozone aan te jagen.
Door iedere maand obligaties op te kopen, pompt de ECB extra geld in de economie, met als achterliggende gedachte dat dit de investeringen aanjaagt en de inflatie opdrijft.
Tot dit jaar kocht de ECB maandelijks voor 60 miljard euro aan obligaties op. Dat zijn er nu nog 30 miljard per maand en in de laatste drie maanden van het jaar wordt het programma teruggebracht naar 0. Analisten van bijvoorbeeld ABN AMRO verwachten dat de ECB pas na die tijd, maar wel ergens in 2019, zal overgaan tot het opschroeven van de rentetarieven.
Kunnen de banken nog lager gaan zitten met hun rente?
De meeste economen zijn het er wel over eens dat de grote banken niet snel tot een nultarief of zelfs negatieve rente over zullen gaan. Ze kunnen het zich niet permitteren dat klanten hun spaargeld massaal van de bank weg gaan halen, om het thuis in de spreekwoordelijke oude sok te bewaren (of er een andere bestemming voor te vinden). Heel veel lager dan de huidige tarieven zal het dus niet snel gaan.
Aan de andere kant: voorspellingen dat de spaarrente nu toch echt wel de bodem heeft bereikt, hebben we de laatste jaren meer gehoord en steeds bleek er toch nog iets van de tarieven af te knabbelen.