
New York plaatst Nederlandse bedrijven op zwarte lijst om boycot Israël
New York besloot in juni 2016 dat bedrijven die Israël boycotten zelf worden geboycot. Op de zwarte lijst staan bedrijven die bewust aan desinvesterings- en sanctieactiviteiten jegens Israël doen.
De vier Nederlandse bedrijven die op de lijst staan, krijgen negentig dagen de tijd om alsnog samenwerking aan te gaan met Israël. Kiezen zij hier niet voor, dan zal de boycot van de staat New York definitief worden.
Vitens kwam eerder al in het nieuws omdat het bedrijf in 2014 besloot de samenwerking met het Israëlische waterbedrijf Mekorot te beëindigen.
Vitens wees toen naar rapporten van de Verenigde Naties waarin wordt beschreven dat Mekorot water onttrok uit de Palestijnse gebieden om het te gebruiken voor Joodse nederzettingen. ''Als we kennis hieromtrent gaan delen, dan dragen wij zelf ook bij aan dit handelen'', legt een woordvoerder uit.
ASN Bank
ASN Bank laat aan NU.nl weten zich niet te herkennen in de beschuldiging dat het bedrijf Israël boycot. Zo investeert de bank in de Israëlische onderneming AMIAD, dat waterfilters produceert, en in bedrijven die actief zijn in Israël.
"ASN Bank beoordeelt ondernemingen, overheden en projecten waarin zij belegt of die ze financiert, op hun duurzaamheid. Daarbij hanteren we duurzaamheidscriteria op het vlak van mensenrechten, klimaat en biodiversiteit", aldus ASN Bank. Dat geldt ook voor het beleggen in staatsobligaties. Israël voldoet volgens de bank niet aan deze criteria, net als 180 andere landen.
Royal HaskoningDHV
Royal HaskoningDHV was in eerste instantie niet bekend met zwarte lijst van New York en heeft dit onderzocht.
"Wij betreuren het dat we op deze lijst staan", aldus een woordvoerder. "Royal HaskoningDHV boycot Israël niet en we werken in het land al jaren aan projecten op het gebied van water, milieu en infrastructuur."
In het geval van HaskoningDHV ging het om de betrokkenheid bij de bouw van een afvalwaterzuiveringsproject. Het ministerie van Buitenlandse Zaken adviseerde het bedrijf om te stoppen met het project, omdat het in een door Israël bezet gebied zou staan.
Vitens is ook gevraagd om een reactie, maar die was niet direct bereikbaar.