Dat blijkt woensdag uit cijfers van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).

De stijging volgt op een flinke daling in april, toen het werkloosheidspercentage van 15,4 procent naar 14,8 procent zakte.

De toename van mei is onder meer te wijten aan de Verenigde Staten, waar de jeugdwerkloosheid behoorlijk opliep. In de achttien landen van de eurozone daalde het percentage werkloze jongeren juist licht.

In Nederland nam de werkloosheid onder jongeren ook af, naar 10,8 procent. Dat was 11 procent in april. Ook de werkloosheid onder de beroepsbevolking ouder dan 25 jaar daalde, van 6,5 procent naar 6,3 procent. De gemiddelde werkloosheid in Nederland kwam in mei uit op 7 procent.

Het percentage mensen zonder baan ligt daarmee in Nederland nog altijd iets lager dan het gemiddelde in de OESO-landen. Daar is namelijk 7,4 procent van de totale beroepsbevolking werkloos. In de eurozone zitten verhoudingsgewijs nog meer mensen thuis. Het werkloosheidspercentage kwam daar in mei uit op 11,6 procent.