
'Komst Roemenen en Bulgaren voldongen feit'
Ze zien hun komst als een voldongen feit, waar weinig meer aan te doen is. Wel willen de bonden dat ze een Nederlands salaris gaan verdienen en zich ook houden aan Nederlandse werktijden.
Het afgelopen weekeinde sloeg minister Lodewijk Asscher (Sociale Zaken) in een open brief alarm over de arbeidsmigratie uit Oost-Europa.
Volgens Asscher dreigt er "een race naar beneden en staan de dijken op doorbreken". Hij vreest dat "onze zwakste burgers het afleggen tegen de buitenlanders. Dat vergiftigt de sfeer en wakkert vreemdelingenhaat aan".
In de praktijk krijgen de naar schatting 250.000 Oost-Europese werknemers geen CAO-loon, waardoor ze interessant zijn voor Nederlandse werkgevers. Ze worden vaak uitgebuit door malafide uitzendbureaus en wonen onder slechte omstandigheden.
Loonverschillen
Vicevoorzitter Maurice Limmen van CNV erkent dat er sprake is van "gigantische loonverschillen" tussen Nederlandse en buitenlandse werknemers en dat er sprake is van verdringing op de arbeidsmarkt.
"Het is belangrijk dat we die problemen gaan onderkennen, waarvan vooral werknemers in de transportsector en de bouw het slachtoffer zijn. We vragen al langer aandacht voor de keerzijde van de arbeidsmigratie. Daar is minister Asscher kennelijk nu ook van doordrongen", aldus Limmen.
In Nederland moeten de schijnconstructies om Oost-Europeanen een lager salaris te betalen aangepakt worden en Asscher moet in Brussel zorgen dat daar de Europese regels over arbeidsmigratie aangescherpt worden, vindt Limmen.
"Buitenlanders mogen hier komen, maar moeten onder dezelfde voorwaarden werken als Nederlanders. Een betere controle op de naleving van de regels is beter dan te proberen de Roemenen en Bulgaren nog een tijdje buiten de deur te houden."
Bizar
Marjolijn Bulk, adviseur Europa Zaken van FNV, noemt het bizar dat de ene werknemer voor hetzelfde werk de helft kan verdienen van wat een ander verdient.
"Het hoeft niet eens zo te zijn dat werkgevers regels moeten overtreden om buitenlanders minder te betalen dan de CAO voorschrijft. De Europese regels laten ruimte voor die verschillen. Daar moet Asscher in Brussel wat aan gaan doen."
Schijnzelfstandigheid
Daarnaast is de schijnzelfstandigheid van veel buitenlandse werknemers een groot probleem, meent Bulk. "Als ze het willen kunnen Roemenen en Bulgaren hier nu al werken, door zich als zelfstandige te vestigen en zich dan voor een habbekrats te verhuren aan één bedrijf."
Volgens de regels mag dat alleen als ze meer opdrachtgevers hebben. "Maar wie controleert dat? Dergelijke constructies die vaak door buitenlandse uitzendbureaus geregeld worden, drukken ook de lonen van de Nederlanders omlaag."
Misstanden
In een nota over arbeidsimmigratie uit 2011 stelde FNV dat de periode tot 1 januari 2014 gebruikt moest worden om de toen al heersende misstanden rond de komst van Oost-Europese werkgevers aan te pakken.
Maar dat is, gezien de brandbrief van minister Asscher, niet helemaal gelukt. Bulk: "Ik hoop in elk geval dat er nog maatregelen genomen zullen worden. Er is nog veel te doen. De tijd is kort, maar het kan. Ik hoop dat het lukt. Maar uiteindelijk bepalen wij niet of de grenzen voor Roemenen en Bulgaren open gaan. Dat is afgesproken in de EU."
Polen
In mei 2007 gingen de grenzen open voor Poolse werknemers. Toenmalig minister van Sociale Zaken Piet Hein Donner verwachtte dat er tussen de 10.000 en de 20.000 zouden komen. Maar een jaar later moest hij vaststellen dat het er meer dan 100.000 waren.
Ondanks de nu al jaren durende recessie is dat aantal inmiddels meer dan verdubbeld tot naar schatting 250.000. In 2011 vestigden zich 19.000 Polen definitief in ons land. Dat is meer dan de immigratiepiek van Turken in ons land in 1980. Toen vestigden zich in een jaar 17.000 Turken in Nederland.