
'Exclusief biercontract horeca niet verboden'
De biermarkt is voldoende dynamisch zolang brouwerijen strijden om verkooppunten en horecaondernemers onderling concurreren.
Dit stelt de Autoriteit Consument & Markt (ACM) in een vrijdag gepubliceerde analyse van de biermarkt in Nederland.
"Het effect van deze verplichtingen op de mededinging is niet zo groot dat dit een verbod zou rechtvaardigen. Maar we vinden het wel van belang dat de onderhandelingspositie van de horecaondernemer ten opzichte van de brouwer wordt versterkt", aldus bestuursvoorzitter Chris Fonteijn van ACM.
Overstappen
De toezichthouder pleit in dat verband voor duidelijker en eenvoudiger contracten tussen brouwers en horecaondernemers.
De voorwaarden op langere termijn, bijvoorbeeld bij tussentijdse beëindiging, afschrijvingssystematiek en de waarde van bruikleengoederen zijn beter te regelen, zegt de ACM. Dat maakt het voor de horeca-exploitant eenvoudiger naar een andere brouwer over te stappen.
Ongebonden
Bierbrouwers en horecaondernemers kunnen afspreken zich voor langere tijd aan elkaar te binden. De analyse laat zien dat ruim 20 procent van de ondernemers ongebonden is. Andere ondernemers hebben een tapinstallatie in bruikleen (ruim 50 procent), huren het pand (17 procent) of ontvangen een lening (10 procent).
De toezichthouder constateert dat ongebonden ondernemers in de praktijk geen lagere inkoopprijzen betalen dan gebonden ondernemers. Ondernemers die een pand huren van een brouwer hebben wel een slechtere onderhandelingspositie. Hun aandeel (17 procent) is echter niet zo groot dat hierdoor onvoldoende concurrentie overblijft.
ACM maakte de analyse naar aanleiding van rapporten van onderzoeksbureau EIM en een oproep van onder andere Koninklijke Horeca Nederland.