
Groot-Brittannië naar rechtbank om transactietaks
Het land stapt naar het Europees Hof van Justitie om de invoer van de heffing op de handel in financiële producten te voorkomen. De plannen zouden negatief uitpakken voor de banken en financiële instanties in landen die niet aan de taks meedoen.
De Britse minister van Financiën George Osborne zei gisteren in Washington dat de UK de zaak wil voor laten komen bij het Europees hof voor Justitie.
"Ik ben niet tegen financiële transactiebelastingen in het algemeen", zei de minister, erbij opmerkend dat de UK bijvoorbeeld wel BTW heft op aandelen. "Maar ik ben bezorgd voor de gevolgen voor landen die buiten de regeling zullen vallen."
Ook is hij bang dat de belasting kostbaar zal worden voor spaarders en gepensioneerden omdat de kosten aan hen doorgevoerd zullen worden.
Groen licht
In januari gaven de 27 ministers van Financiën van de EU het groene licht aan elf landen, waaronder Duitsland, België en Frankrijk, om deze speciale heffing op financiële transacties verder vorm te geven.
De taks op financiële transacties zal niet in hele Europese Unie ingevoerd worden, enkel in de landen die het project goedkeuren. Maar de taks zou wel een wereldwijde impact hebben.
Groot-Brittannië liet eerder al weten niet te zullen meedoen, maar het vreest toch voor een effect op heel wat Britse bedrijven met activiteiten in bijvoorbeeld Frankrijk en Duitsland. Dat zou de economische groei in het land belasten, is de redenering.
Niet afwijzend
Nederland hoort niet bij de deelnemers, maar staat niet per se afwijzend tegen een speciale taks, al wil het wel een uitzondering voor de pensioenfondsen. De regeling kan naar schatting jaarlijks tussen de 30 en 35 miljard euro opleveren.
Groot-Brittannië en andere niet-deelnemende deelstaten hadden tot donderdag om juridische bezwaren aan te tekenen tegen de voorstellen. Osbornde bevestigde dat dit inderdaad was gebeurd. Ook zei hij dat zijn zorgen worden gedeeld door andere landen, waaronder de VS.
Opbrengst
In het voorstel van de Europese Commissie zou de handel in aandelen en obligaties belast worden aan 0,1 procent en de handel in afgeleide producten aan 0,01 procent. Men schat dat deze taks 30 à 35 miljard euro kan opbrengen.
Het zal zeker twee jaar duren voor het Europese hof de zaak in behandeling kan nemen.