Ook gaan de opleidingen er te veel van uit dat de toekomstige docenten te maken krijgen met normale leerlingen, die zonder achterstanden in de schoolbanken plaatsnemen.

Dat zijn enkele conclusies uit een onderzoek dat de SP heeft gehouden onder leraren. Aan de enquête deden ruim 3300 leerkrachten uit het basis- en voortgezet onderwijs mee.

SP-fractievoorzitter Agnes Kant overhandigde de resultaten donderdag aan onderwijsminister Ronald Plasterk.

Leraren klagen verder over te grote scholen en klassen. Ze vinden dat ze te veel tijd kwijt zijn aan papierwerk. Ook vinden leraren dat ze te hard moeten werken voor te weinig geld.

Bijna twee derde zegt op hun school niet voldoende mogelijkheden te hebben om leerlingen goed onderwijs te geven.

Ondanks de klachten vinden zeven van de tien docenten dat ze een mooie baan hebben. Wel heeft de helft de afgelopen jaren minder plezier in het werk gekregen, een kwart vraagt zich af of ze niet op zoek moeten naar een baan buiten het onderwijs.

SP-Kamerlid Manja Smits zei bij de presentatie van het onderzoek op te kijken van de meningen van de leraren over leerlingen die extra aandacht nodig hebben, omdat ze moeilijk kunnen leren.

Die moeten tegenwoordig zoveel mogelijk een plekje vinden in het normale onderwijs en niet meer op een aparte school. Van de ondervraagden gaf 60 procent aan het daarmee niet eens te zijn.

Smits dacht dat de bezwaren van de leraren vooral van praktische aard waren, maar concludeert nu dat de beroepsgroep dit helemaal geen goed idee vindt.

Plasterk stelde in een reactie dat hij al veel geld uittrekt voor de leraren, ook in deze kabinetsperiode. Ook wees hij erop dat de klassen de laatste jaren al een stuk kleiner zijn geworden.

Twee derde van de leraren willen een maximum aan de grootte van een school. maar daar wil de minister niet aan. Een toets op fusies vindt hij genoeg.