Volgens het hof is de huidige antirookwetgeving ongrondwettig omdat die het bestaan van de kleine horecaondernemers bedreigt.

Deze zaken met weinig oppervlak zijn niet in staat een aparte, afgesloten rookruimte te creëren, zoals grotere zaken wel kunnen. De kleine ondernemers zien daarom hun klandizie afnemen.

De uitspraak geldt voor cafés en eetcafés met een maximale oppervlakte van 75 vierkante meter waar jongeren onder de achttien jaar niet naar binnen mogen. Ook discotheken die niet toegankelijk zijn voor jongeren kunnen de asbakken weer op tafel zetten.

Volksgezondheid

Hoewel de rechters de bescherming van de volksgezondheid als een "buitengewoon belangrijk gemeengoed" beschouwen, vinden ze dat als grote zaken rookruimtes mogen creëren, er ook regelingen voor kleine cafés moeten worden getroffen.

Uiterlijk eind volgend jaar moet de antirookwetgeving zijn aangepast en tot die tijd is de opheffing van het verbod geldig.

Formeel geldt de uitspraak alleen voor Berlijn en Baden-Württemberg, maar in Sleeswijk-Holstein, Saksen en Rijnland-Palts was het rookverbod voor eenmansbedrijven al opgeheven, op voorwaarde dat de eigenaren zelf de drankjes serveren.

Kreuzberg

In de 'anarchistische' wijk Kreuzberg in Berlijn verandert er voor veel cafés niets door de regeling. Daar werd sinds de ingang van het rookverbod op 1 juli gewoon doorgerookt. In de cafés, maar ook op de stoepen en terrassen in de Oranienstrasse stond het als vanouds bomvol met mensen die met een flesje bier in de hand een sigaretje rookten.

In enkele cafés was de ongeschreven regel: bij een controle betalen de rokers samen met de eigenaar de 300 euro boete. Op de meeste plekken is het daar niet meer van gekomen.

Gered

"Mijn bestaan is gered", reageerde caféhouder Uli Neu uit Karlsruhe opgelucht. Hij had de zaak mede voor de rechter gebracht. Ook de minister van Sociale Zaken van Baden-Würtemberg, Monika Stolz, reageerde positief op de uitspraak en pleitte voor heldere wetgeving met zo min mogelijk uitzonderingen.

De Nederlandse voorzitter van de Duitse tabaksindustrie (DSV), Titus Wouda Kuipers, noemde de beslissing "de basis voor een respectvol samenleven".